o Let op: De remmen dienen niet om uw rolstoel af te remmen. Ze dienen alleen om uw rolstoel niet per ongeluk te
laten wegrollen. Wanneer u stopt op een hellende weg zou u de remmen altijd moeten gebruiken om te voorkomen
dat u wegrolt. Gebruik altijd beide remmen, want anders zou het kunnen dat de rolstoel begint te kantelen. Opgepast:
Plaats uw vingers nooit in het aandrijfsysteem van de rem.
o Gebruik altijd liften en hellingbanen. Zijn die niet beschikbaar, dan kunnen twee begeleiders u helpen om uw bestemming
te bereiken. Die zouden de rolstoel aan stevig gemonteerde onderdelen moeten vastpakken. Een rolstoel mag niet
worden opgetild terwijl de rolstoelgebruiker er nog in zit. Een rolstoel mag alleen voortgeduwd worden.
o Telkens wanneer u de rolstoel gaat gebruiken, moet u de volgende zaken controleren: Quick release assen op de
achterwielen / de banden / de bandendruk en de remmen. De remmen zullen niet goed werken als de druk van de
banden te laag is of als de afstand tussen de banden en de remmen te groot is.
o Deze rolstoel is ontworpen voor een gebruiker van maximaal 125 kilogram. Dit gewicht in GEEN geval overschrijden,
en evenmin extra lasten dragen, zoals rugzakken, of een kind op de knieën.
o Nooit proberen hellingen met een neiging van meer dan 10% proberen te bestijgen of af te dalen, met een maximum
gewicht van 125 kg. Het lichaam altijd in richting van de top van de helling plaatsen om de verandering van het
zwaartepunt te corrigeren.
o Wanneer de rolstoel lange tijd aan de zon blootgesteld geweest is, is het mogelijk dat bepaalde delen zoals de stoffen,
de kussens van de armsteunen of de platforms verbranden wanneer ze met de huid in contact komen.
"Paardje spelen" (de rolstoel naar achteren neigen zonder dat de achterwielen de grond aanraken) is gevaarlijk omdat
o
de rolstoel kan kippen en u gewond kunt geraken. Probeer dit nooit, behalve wanneer u een ervaren gebruiker of in
begeleiding bent.
o Wanneer u een stoeprand wilt oprijden of een obstakel wilt passeren, verzeker dan dat de antikip wielen naar boven
wijzen om te verzekeren dat zij niet aan de stoeprand blijven hangen.
o Wanneer uw velg beschadigd is moet deze snel vervangen worden, omdat hieraan splinters of spanen kunnen kleven
die uw handen kunnen beschadigen wanneer u duwt.
TrANSPOrT IN wAGENS
Dit product is geschikt om in overeenstemming de certificering ISO/FDIS 7176-19 :2001 (E) te gebruiken als stoel in
voertuigen, bij gelijktijdig gebruik van het spanbandensysteem Q straint Q-5001-T2, op voorwaarde dat dit op de juiste
wijze wordt uitgerust met de vervoermogelijkheid 92E (zie hoofdstuk D).
Een in een voertuig vastgezette rolstoel biedt niet dezelfde veiligheid als een normale stoel en veiligheidssysteem in dat
voertuig. Sunrise adviseert altijd om de rolstoelgebruiker over te brengen naar een stoel van het voertuig. Sunrise Medical
erkent dat het niet altijd praktisch is om een rolstoelgebruiker over te brengen naar een gewone stoel in het voertuig.
Wanneer de gebruiker vervoerd moet worden in de rolstoel, moet onderstaand advies worden opgevolgd:
1.
Controleer of het voertuig over de juiste hulpmiddelen beschikt om een passagier in een rolstoel te vervoeren.
Controleer tevens of de methode om in en uit het voertuig te komen, geschikt zijn voor uw type rolstoel. De vloer van
het voertuig moet sterk genoeg zijn om het totale gewicht van de rolstoelgebruiker, de rolstoel en de accessoires te
dragen.
2.
Rondom de rolstoel dient voldoende ruimte te zijn om de spanbanden en veiligheidsgordels te bevestigen en de
rolstoel goed en gemakkelijk vast te zetten en los te maken.
3.
De stoel met daarin de gebruiker moet in de rijrichting worden geplaatst. De rolstoel dient te worden vastgezet met
spanbanden en voor de gebruiker dienen veiligheidsgordels gebruikt te worden, waarbij wordt voldaan aan de normen
ISO 10542 of SAE J2249 en aan de WTORS instructies van de fabrikant.
4.
De rolstoel is niet getest in andere posities binnen een voertuig. De rolstoel met daarin de gebruiker mag nooit in
zijwaartse richting worden vervoerd. (Fig. 10)
waarschuwing: indien dit advies wordt genegeerd ontstaat het risico op ernstig letsel of overlijden.
5.
De rolstoel moet worden vastgezet met een bevestigingssysteem dat voldoet aan ISO 10542 of SAE J2249, met niet-
verstelbare banden aan de voorzijde en verstelbare banden aan de achterzijde, die worden bevestigd door middel
van karabijnhaken/S-haken en gesp en gordel bevestigingen. De bevestigingen bestaan doorgaans uit vier aparte
banden die vastgemaakt worden aan iedere hoek van de rolstoel.
6.
De verankeringsbanden moeten aan het frame van de rolstoel worden bevestigd zoals aangegeven in de tekening op de
volgende pagina. Ze mogen niet worden bevestigd aan accessoires, wielen, remmen, voetsteunen en dergelijke..
7.
De verankeringsbanden dienen in een hoek van 45 graden zo dicht mogelijk bij de stoel bevestigd te worden; de
banden moeten strak vastgezet worden in overeenstemming met de instructies van de fabrikant.
31