12 Flitstechnieken
12.1 Indirect flitsen
Door indirect te flitsen wordt het onderwerp
zachter verlicht en een anders nadrukkelijke
schaduw gemilderd. Bovendien wordt natu-
urkundig bepaalde lichtafval van voor- naar
achtergrond verminderd.
Om indirect te kunnen flitsen kan de reflector
van de flitser horizontaal en verticaal worden
gezwenkt.
Ter voorkoming van kleurzwemen in de opna-
men moet het reflecterende vlak neutraal van
kleur, c.q. wit zijn.
Let er bij het zwenken van de reflector op dat
hij voldoende veruitgezwenkt wordt zodat er
geen rechtstreeks flitslicht uit de reflector
meer op het onderwerp kan vallen. Zwenk
daarom minstens tot de 60° klikstand. Bij
gezwenkte reflector vindt er in het display
geen aanduiding voor de reikwijdte meer
plaats! Als de kop van de reflector gezwenkt
wordt, wordt deze naar een stand van 70 mm
gestuurd, zodat er geen rechtstreeks strooi-
licht op het onderwerp kan vallen.
Daarbij vindt er ook geen aanduiding van de
flitsreikwijdte en de zoomstand van de reflec-
tor plaats.
12.2 Indirect flitsen met een reflectie-
kaart
Door indirect te flitsen met de ingebouwde
reflectiekaart
kunnen bij personen spits-
lichtjes in de ogen worden verkregen:
• Zwenk de reflectorkop 90° naar boven.
• Trek de reflectiekaart
samen met de
groothoekdiffusor
boven uit de reflec-
torkop naar voren.
• Houd de reflectiekaart
vast en schuif de
groothoekdiffusor
terug in de reflec-
torkop.
x
117