MEEST VOORKOMENDE VRAGEN EN OPLOSSINGEN
» Aard aansluiting niet goed.
» Stroomaansluiting niet bereikbaar (gele led aan)
» Elektronica defect.
Onjuist uitgaand vermogen
Vraag
» Verkeerde keuze van las proces of defecte
keuzeschakelaar.
» De parameters of de functies zijn verkeerd
ingesteld.
» Potentiometer/encoder voor het regelen van de
lasstroom defect.
» Netspanning buiten bereik.
» Er ontbreekt een fase.
» Elektronica defect.
Boog instabiel
Vraag
» Onvoldoende bescherm gas.
NL
» Aanwezigheid van vocht in het gas.
» Las parameters niet correct.
Teveel spetteren
Vraag
» De booglente niet correct.
» Las parameters niet correct.
» Onvoldoende bescherm gas.
» Lasboog niet regelmatig.
» Wijze van lassen niet correct.
Onvoldoende penetratie
Vraag
» Wijze van lassen niet correct.
» Las parameters niet correct.
» Elektrode niet correct.
» Onjuiste voorbereiding van de werkstukken.
» Aard aansluiting niet goed.
» Aardt de machine goed.
» Raadpleeg de paragraaf "Installeren".
» Breng de stroomaansluiting binnen het bereik van de stroombron.
» Sluit het systeem goed aan.
» Raadpleeg de paragraag " Aansluitingen".
» Neem contact op met uw leverancier om de machine te laten
repareren.
Oplossing
» Kies het goede las proces.
» Vervang het defecte onderdeel.
» Neem contact op met uw leverancier om de machine te laten
repareren.
» Voer een systeemreset uit en stel de lasparameters opnieuw in.
» Vervang het defecte onderdeel.
» Neem contact op met uw leverancier om de machine te laten
repareren.
» Sluit het systeem goed aan.
» Raadpleeg de paragraag " Aansluitingen".
» Sluit het systeem goed aan.
» Raadpleeg de paragraag " Aansluitingen".
» Neem contact op met uw leverancier om de machine te laten
repareren.
Oplossing
» Pas de gasstroom aan.
» Controleer of de gasverdeler en het gasmondstuk in goede staat
zijn.
» Gebruik altijd kwaliteitsproducten en materialen.
» Controleer of de gastoevoer in goede staat is.
» Voer een grondige controle uit van de lasapparatuur.
» Neem contact op met uw leverancier om de machine te laten
repareren.
Oplossing
» Verminder de afstand tussen de elektrode en het werkstuk.
» Verminder het voltage om te lassen.
» Verlaag de lasstroom.
» Pas de gasstroom aan.
» Controleer of de gasverdeler en het gasmondstuk in goede staat
zijn.
» Verhoog de inductie waarde.
» Gebruik een hogere inductie aansluiting.
» Verminder de lashoek van de toorts.
Oplossing
» Voortgangsnelheid lassen verlagen.
» Verhoog de las stroom.
» Gebruik een elektrode met een kleinere diameter.
» Vergroot de lasopening.
» Aardt de machine goed.
» Raadpleeg de paragraaf "Installeren".
258