Bedieningspaneel
B1
Knoppen
B1– Indrukken om de instelling van het koelvak te veranderen, cyclisch van 1,2,3,4,tot 5.
B2– Indrukken om een modus te selecteren (Optimalisatie, Super Freeze en de
gebruikersinstelling).
Lampjes
L1 – geeft de instelling van de koelruimte aan. L2 – licht op wanneer de
optimalisatiemodus geselecteerd is.
L3 – licht op wanneer de Super Freeze-modus geselecteerd is.
Bediening
Temperatuurinstelling
Druk op de modusknop (B2) om de gebruikersinstelling te selecteren.
1.
Druk op de instelknop (B1) om de instelling van de koelkast aan te passen.
2.
Een lagere stand wil zeggen een lagere temperatuur. De temperatuur van het
vriesvak wordt automatisch ingesteld op ongeveer -18°C.
Optimalisatiemodus
Druk op de modusknop (B2) om de optimalisatiemodus te selecteren.
Het apparaat werkt automatisch overeenkomstig de omgevingstemperatuur rondom
het apparaat.
Super Freeze-modus
Druk op de modusknop (B2) om de Super Freeze-modus te selecteren.
Het apparaat werkt om het vriesvak zo koud mogelijk te maken.
Na 54 uur wordt de oorspronkelijk ingestelde temperatuur weer hersteld.
Schakel het apparaat uit
Houd de instelknop (B1) 5 seconden ingedrukt, het apparaat schakelt dan uit. Druk
de knop opnieuw 5 seconden in om het apparaat in te schakelen.
Alarm "Deur open"
Het alarm klinkt als de deur 90 seconden open gelaten wordt, en stopt pas weer
wanneer de deur dicht is.
VOEDSEL BEWAREN EN INVRIEZEN
Om te verzekeren dat voedingsmiddelen hun smaak en substantie behouden en vers blijven,
zet u ze in het koelvak zoals is aangegeven op de afbeelding hieronder. Wikkel voedsel in
aluminium- of plasticfolie of doe het in gesloten houders.
KOELKASTGEBIED
Bevroren voedingsmiddelen kunnen ongeveer één maand worden bewaard in de
vakken.
Zie de tabel voor het bewaren van voedsel in
ingevroren in
vakken.
L1
vakken. Voedsel kan alleen worden
L2
L3
B2
Goed onderhoud verzekert dat uw apparaat lang meegaat. Denk eraan dat de stekker uit het
stopcontact moet worden gehaald voordat u de koelkast ontdooit/schoonmaakt/het lampje
verwisselt enz.
Maak de buitenkant van de koelkast met regelmatige tussenpozen schoon met een vochtige
doek. Gebruik een oplossing van sodabicarbonaat en water om het apparaat van binnen
schoon te maken. Gebruik geen schurende middelen.
Midden in de achterwand van de koelkast zit een afvoer om water weg te laten lopen. Zorg
dat deze afvoer niet verstopt raakt, maak hem regelmatig schoon.
Geadviseerd wordt om de koelkast telkens te ontdooien als er een te dikke ijslaag is
gevormd. Laat de deuren in dat geval open met het apparaat uitgeschakeld en gebruik geen
scherpen of mechanische voorwerpen (messen, scharen, enz.) om het ijs aan de binnenkant
te verwijderen, want daardoor kan het koelcircuit worden beschadigd.
NB: een kleine hoeveelheid ijs op de achterwand van de koelkast is normaal.
Als het product is voorzien van led-lampjes, dient u contact op te nemen met de technische
assistentiedienst als de lampjes moeten worden vervangen.
In vergelijking met traditionele lampjes duren leds langer en zijn milieuvriendelijker.
Neem contact op met onze serviceafdeling als u problemen heeft. Enkele kleine maar
ogenschijnlijk alarmerende problemen kunt u echter ook zelf verhelpen. Bepaalde problemen
kunnen worden veroorzaakt door onjuist gebruik of installatie, of door ongeschikte
omgevingsomstandigheden. Voor het oplossen van dergelijke kwesties worden u kosten in
rekening gebracht.
DE KOELKAST FUNCTIONEERT NIET
-
Ga na of de stekker goed in het stopcontact zit.
-
Ga na of de thermostaat niet op "0" of Stop is gezet.
-
Controleer of er stroom is.
DE KOELKAST IS NIET KOUD GENOEG
-
Ga na of de thermostaat goed is ingesteld. Zet hem op een hogere stand.
-
De koelkastdeuren zijn mogelijk te lang open gelaten.
-
Ga na of u niet te veel voedingsmiddelen in de koelkast heeft.
-
Ga na of u niet te warme voedingsmiddelen in de koelkast heeft.
ER IS TE VEEL IJS
-
Ga na of de deur niet te lang open gelaten is. Haal de stekker uit het stopcontact, ontdooi
de koelkast en schakel hem weer in.
-
Ga na of de thermostaat niet op een te koude temperatuur (hoge stand) is gezet. Zet hem
op een lagere stand.
-ER IS TE VEEL CONDENS
-
Ga na of de deur niet te lang open gelaten is.
-
Ga na of u niet te veel verse voedingsmiddelen in de koelkast heeft gezet.
-
Ga na of u niet te warme voedingsmiddelen in de koelkast heeft.
ER IS WATER IN HET KOELVAK
Een paar druppels water op de zijwanden van het koelvak is normaal, vooral als de ruimte
vochtig/klam is.
-
Ga na of de waterafvoer niet verstopt zit.
HET LICHT FUNCTIONEERT NIET
-
Ga na of de stekker goed in het stopcontact gestoken is.
-
Controleer of er stroom is.
-
Volg de aanwijzingen van het technische informatieblad om het lampje te vervangen. Als
het probleem blijft bestaan, neem contact op met onze serviceafdeling. Geef hierbij het
apparaatnummer en serienummer (te vinden op de typeplaat) door.
125
2 - 3
MAANDEN
4 - 6
MAANDEN
6 - 8
MAANDEN
10 - 12
MAANDEN
ONDERHOUD
Reiniging
Ontdooien
Vervanging van het ledlampjespaneel
Problemen oplossen