All manuals and user guides at all-guides.com
NL
Aanbevelingen omtrent het aansluiten van het toestel op de stroom
Waarschuwing! De pomp moet worden gevoed door een aardlekschakelaar (RCD) met een
nominale verschilstroom van niet meer dan 30 mA.
Zorg er voorafgaand aan het aansluiten op de stroom voor dat de spanning, de frequentie en
het rendement van het elektriciteitsnet overeenkomen met de waarden op het gegevenspla-
tje van het toestel. De stekker moet in het stopcontact passen. Het is verboden de stekker
te modifi ceren.
De netstroomkring moet voorzien zijn van een beveiligingsgeleider en een beveiliging van
minstens 16 A.
Vermijd contact van de voedingskabel met scherpe randen en hete voorwerpen en opper-
vlakken. Tijdens de werking van het apparaat moet de kabel altijd volledig uitgerold zijn en zo
geplaatst zijn dat deze geen hinder veroorzaakt bij de bediening van het apparaat. De kabel
mag geen struikelgevaar veroorzaken. Het stopcontact moet zich op zo een plek bevinden
dat het altijd mogelijk is om snel de stekker van de voedingskabel van het toestel eruit te
trekken. Pak tijdens het trekken van de stekker uit het stopcontact altijd de stekkerbehuizing
vast en trek nooit aan het snoer.
Indien de voedingskabel of stekker beschadigd is deze direct van de stroom halen en con-
tact opnemen met een geautoriseerde service om vervanging te regelen. Het apparaat nooit
gebruiken met beschadigde voedingskabel of stekker. De voedingskabel of stekker mogen
in geval van schade niet worden gerepareerd maar moeten altijd worden vervangen voor
een nieuw, schadevrij exemplaar.
TOESTELGEBRUIK
Aansluiting van een voedingskabel
Waarschuwing! Voor het aansluiten van het netsnoer is een gekwalifi ceerde elektricien nodig.
Waarschuwing! Zorg er voorafgaand aan de opening van de schakeldoos voor dat de stekker van de voedingskabel uit
het stopcontact getrokken is.
De voedingskabel moet in de schakelkast worden aangesloten. Hiervoor alle schroeven losdraaien die het deksel bevestigen en
vervolgens het deksel (III) verwijderen.
Schroef de moer en de pakking los en verwijder ze en plaats ze vervolgens op het uiteinde van het netsnoer van de pomp (IV).
Draai de schroeven waarmee de ballast is bevestigd los of, indien nodig, volledig los. Steek vervolgens de voedingskabel van
de pomp door de opening in de schakelkastbehuizing, zodat het uiteinde van de buitenisolatie van de kabel zich boven de tre-
kontlasting (V) bevindt. Steek de afdichting in het gat en draai de kabelbevestigingsmoer (VI) vast. Installeer de trekontslasting
zodanig dat het netsnoer van de pomp (VII) wordt geblokkeerd. Draai de schroeven niet te vast om beschadiging van de adapter
te voorkomen.
Sluit de draden van de kabel aan op de kabelconnector volgens het kleurenschema van de kabelisolatie. Een geleider met dezelf-
de kleur isolatie moet worden aangesloten op een geleider met dezelfde kleur isolatie die in de fabrieksconnector is geïnstalleerd.
De montage gebeurt door de schroef in de bus van de elektrische connector los te schroeven (niet volledig), in de bus van de ge-
leider te steken en vervolgens de schroef (VIII) vast te draaien. Zorg ervoor dat de schroef met de juiste kracht wordt aangedraaid.
Trek hiervoor licht aan de kabelkern en controleer of deze niet uit de elektrische connector glijdt.
Nadat alle geleiders zijn geïnstalleerd, monteert u de kabelaftakdoosafdekking met alle schroeven.
Verlenging van een voedingskabel
Waarschuwing! Voor het aansluiten van het netsnoer is een gekwalifi ceerde elektricien nodig.
Als de lengte van de voedingskabel niet voldoende lang is, moet een verlenging worden gemaakt door een extra kabel aan de
voedingskabel van de pomp te bevestigen met behulp van een kabelmantel. De extra voedingskabel mag niet kleiner zijn dan
de geleiders van de voedingskabel van de pomp. De doorsnede van de geleider is gemarkeerd op de interne isolatie van de
voedingskabel. De verbinding tussen de twee kabelsecties moet een IP-beschermingsgraad hebben die niet lager is dan die van
de pomp, zoals vermeld in de tabel met technische gegevens op het typeplaatje van het apparaat. De grootte van de kabelmantel
moet zodanig worden gekozen dat het in de putschacht past en de uitlaatslang niet vervormt.
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
64