7.3 Terugspoelwaterafvoer
Het terugspoelwater moet zo naar het afvoerkanaal worden
geleid, dat er geen opstuwing kan ontstaan.
Daarvoor zijn er 3 mogelijkheden:
1. Directe aansluiting:
o Overgangsstuk DN 50/70 en vereiste buizen en sifon
(3 bochtstukken 90°) in DN 70.
2. Afvoer vrij in bestaande vloersifon.
3. Afvoer in open reservoir.
Filtergrootte
Terugspoelhoeveelheid*
1/2" en 3/4"
12 liter
1" en 1 1/4"
15 liter
1 1/2" en 2"
18 liter
*bij 4 bar inlaatdruk en 3 x 3 seconden terugspoelduur
8. Ingebruikstelling
8.1 Terugspoelen
Tijdens het terugspoelen is een ingangsdruk van minstens
1,5 bar vereist. De terugspoelinterval is afhankelijk van de
vervuilingsgraad van het water. Ten laatste om de 2 maanden
moet overeenkomstig DIN 1988, deel 8 een terugspoeling
worden uitgevoerd. Voor de gemakkelijke en regelmatige
naleving van de terugspoelinterval raden wij de inbouw van
een terugspoelautomatiek Z11S aan.
Ook tijdens het terugspoelen kan er gefilterd water
worden afgetapt.
8.1.1 Manueel terugspoelen
Als de terugspoelwaterafvoer niet gebeurt via een directe
aansluiting, dan moet er vóór het terugspoelen een
opvangbak onder worden gezet.
1. Kogelkraan door de terugspoelknop te draaien openen tot
aan de aanslag
o Markeringsbalk moet verticaal staan
o Het gepatenteerde terugspoelsysteem wordt in gang
gezet
o Bij filters met Double Spin technologie is een eenvou-
dige visuele functiecontrole door de zich draaiende rotor
mogelijk
2. Kogelkraan na ca. 3 seconden weer sluiten. Vorgang drei
Mal wiederholen
o Bij sterk vervuild filter kunnen aanvullende herhalingen
vereist zijn
Met behulp van de Memory-Ring kan de volgende termijn
voor de manuele terugspoeling genoteerd worden.
8.1.2 Automatisch terugspoelen met Z11S
De terugspoelautomatiek Z11S is verkrijgbaar als toebe-
horen. De automatiek zorgt betrouwbaar voor het terugspo-
elen van het filter in instelbare intervallen tussen 4 minuten en
3 maanden.
Honeywell GmbH
NL
9. Onderhoud
Wij raden u aan een onderhoudscontact met een
installatiebedrijf af te sluiten!
Volgens DIN 1988, deel 8 moet het volgende worden uitge-
voerd:
9.1 Inspectie/ onderhoud
9.1.1 Filter
Interval: om de 2 maanden
• Het filter moet regelmatig, ten laatste om de 2 maanden,
door terugspoelen gereinigd worden
• Als dit niet gebeurt, dan kan het filter verstopt raken.
Drukval en dalende waterdoorstroming zijn het gevolg
• De zeven van het filter zijn van roestvrij staal. Rode bedek-
king als gevolg van roest uit de buisleidingen heeft geen
invloed op functie en filterwerking
Zichtcontrole van de kogelklep niet vergeten. Bij drup-
pelvorming vervangen!
9.2 Reiniging
Voorzichtigheid !
Om de kunststof delen te reinigen geen oplosmiddel-
en/of alcoholhoudende reinigingsmiddelen gebru-
iken, aangezien deze waterschade kunnen veroorz-
aken!
1. Afsluitstuk ingangskant sluiten
2. Uitgangskant drukontlasten (b.v. door watertap)
3. Afsluitstuk uitgangskant sluiten.
4. Zeefzak erafschroeven.
o Dubbelringsleutel ZR10K gebruiken
5. Zeef eruit nemen, reinigen en weer erin steken
6. O-ring op de zeefbeker steken
7. Zeefbeker handvast (zonder gereedschap) erin schroeven
8. Afsluitstuk ingangskant langzaam openen.
9. Afsluiter aan de uitgang traag openen
10. Afvoer
• Behuizing van ontzinkingsbestendig messing
• Schroefverbindingen van messing
• Fijnfilter van roestvrij staal
• Filterbeker van schokbestendige, transparante kunststof
of rood messing
• NBR afdichtingen
De plaatselijke voorschriften voor de juiste afvalrecy-
cling resp. -afvoer moeten worden opgevolgd!
12
MU1H-1110GE23 R0109