Elektrische Aansluitingen - Galletti FLAT Manual Del Usuario

Ocultar thumbs Ver también para FLAT:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 18
FLAT
5
INSTALLATIE
De FLAT kan verticaal (wand/vloer) of horizontaal (plafond) geïnstalleerd
worden. In het bijzonder:
FLAT L installatie aan de wand (100 mm van de vloer).
FLAT U verticale installatie op de vloer of horizontale installatie aan het plafond.
Installeer de basisunit aan de wand met gebruik van de 4 reeds aanwezige
sleuven, met pluggen die geschikt zijn voor de kenmerken van de wand waarop
de verankering plaatsvindt. Zorg ervoor dat de onderrand van de unit zich op
100 mm van de vloer bevindt, voor een correcte luchtaanzuiging en een
moeiteloze extractie van het filter voor de versie FLAT L.
Bij de installatie aan het plafond moet gecontroleerd worden of de installatiehoogte
niet de maximumhoogte overschrijdt die in de tabel staat, om een overmatige
laagvorming van warme lucht in het hoge deel van de ruimte te voorkomen.
De in de tabel aangeduide hoogtes hebben betrekking op de maximum
werksnelheid.
Model
FLAT 10
FLAT 20 / 40
FLAT 50 / 60
FLAT 70
De hydraulische aansluitingen bevinden zich in serie op de linkerkant van
het apparaat, wanneer men naar de voorkant van het apparaat kijkt.
Het is mogelijk om de aansluitingen van de warmtewisselaar op de andere kant
aan te brengen, door als volgt te werk te gaan (afbeelding 7):
- Demonteer het afdekmeubel (afbeelding 6);
- Demonteer de voorste afvoerleiding (4 schroeven)
- Demonteer de batterij van de warmtewisselaar (4 schroeven) die op de
zijkanten van de basisunit bevestigd is;
- Verwijder het onderste tussenschot;
- Sluit de motorkabels af van de klemmenstrook;
- Demonteer de klemmenstrook en monteer deze op de andere zijkant;
- Trek de motorkabel los en richt deze op de andere zijde. Verwijder de plastic
kabeldoorgang;
- Verwijder de leiding voor de condensafvoer en monteer deze op de andere
zijde. Verwissel de positie van de leiding voor de druppelonderbreking met
die van de dop van de verzamelbak voor de condens;
- Draai de batterij 180°;
- Monteer het onderste tussenschot;
- Steek de aansluitingen in de betreffende openingen op de rechterzijkant.
Bevestig deze vervolgens op de basisunit, met de bijbehorende schroeven;
- Steek de plastic kabeldoorgang in het gat dat eerst door de leiding voor de
condensafvoer bezet werd. Monteer de kabelklem op de zijkant, steek de
kabels naar binnen en sluit ze aan op de klemmenstrook;
- Monteer de voorste afvoerleiding (4 schroeven);
- Sluit de gaten die niet meer gebruikt worden met condenswerend materiaal.
NOTA: de elektrische bedrading moet altijd in positie gebracht worden aan
de zijde die tegengesteld is aan die van de hydraulische aansluitingen.
Breng de hydraulische aansluitingen op de batterij van de warmtewisseling tot
stand en, indien het de werking met koelfase betreft, op de condensafvoer.
In het geval van de installatie aan het plafond, en met name in combinatie met
de BH accessoire, installeer de machine met een kleine hellingshoek om de
condensafvoer te bevorderen. Controleer of de hellingshoek voldoende is om
een correct wegvloeien van de condens mogelijk te maken alvorens u de unit
in bedrijf stelt. Let op: voorkom het gebruik van een leiding met grote doorsnede
of een leiding met dusdanige eigenschappen dat het wegvloeien verhinderd
wordt (bijv. geribbelde elektrische mantels).
È severamente vietata la riproduzione anche parziale di questo manuale / All copying, even partial, of this manual is strictly forbidden
Maximum installatiehoogte (m)
2,0
2,5
2,7
3,0
Het is raadzaam om ervoor te zorgen dat de afgifte van de installatie zich in het
lage deel van de warmtewisselaar bevindt, en de terugkeer in het hoge deel ervan.
Zorg voor de ontluchting van de warmtewisselaar door aan de
ontluchtingskleppen te draaien (zeskante sleutel van 10), die zich naast de
hydraulische aansluitingen van de batterij bevinden.
Om de afvoer van de condens te bevorderen, moet de afvoerleiding minstens
3cm/m omlaag hellen. Het traject van deze leiding mag geen lussen of knikken
bevatten.

ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN

Breng de elektrische aansluitingen tot stand terwijl er geen spanning
aanwezig is, volgens de van kracht zijnde veiligheidsnormen en door het
schema van afbeelding 8 en de bijbehorende legenda strikt te volgen.
Controleer of de netspanning overeenkomt met de waarde die op het plaatje van
het apparaat staat.
De getraceerde elektrische aansluitingen moeten door de installateur tot stand
gebracht worden.
Zorg ervoor dat er voor elke ventilatorconvector een schakelaar (IL) op het
voedingsnet aangebracht is, waarvan de openingscontacten een
minimumafstand van 3 mm hebben, en een zekering (F) die op adequate wijze
bescherming biedt.
In de elektrische schema's worden de volgende afkortingen gebruikt:
1
Aansluiting op het bedieningspaneel (accessoire)
BK
Zwart = hoge snelheid
BU
Blauw = gemiddelde snelheid
CN
Fast-on-connector
F
Niet geleverde beschermende zekering
IL
Niet geleverde lijnschakelaar
M
Motor
MS
Microschakelaar FLAP luchtuitlaat
RD
Rood = minimumsnelheid
WH
Wit = gemeenschappelijk
Wanneer de installatie klaar is, en voordat het meubel op de basisunit
geïnstalleerd wordt, moet de kabel van de microschakelaar op de
hulpklemmenstrook aangesloten worden.
Monteer opnieuw het afdekmeubel en gebruik voor de versie FLAT U de 2
bijgeleverde schroeven om de voorkant te bevestigen (afbeelding 2). Bij de versie
FLAT U moet de ondersluiting van verzinkt plaat zo gemonteerd worden dat
de lucht volledig aangezogen wordt door de roosters, compleet met filter
(afbeelding 2).
Aan het einde van de installatie moet het luchtfilter op de aanzuiging geïnstalleerd
worden en moet dit bevestigd worden met gebruik van de bijgeleverde centrale
schroef (zorg voor een schroevendraaier met kruis, maximumlengte 8 cm).
6
FUNCTIONELE CONTROLE
- Controleer of het apparaat perfect waterpas staat en of de condensafvoer niet
belemmerd wordt (aanwezigheid van puin, enz.).
- Controleer of het apparaat zo geïnstalleerd is dat een correcte luchtstroom
gegarandeerd wordt.
- Controleer de afdichting van de hydraulische aansluitingen (op de
warmtewisselaar en op de condensafvoer).
- Controleer of de elektrische bedradingen stevig vastzitten (voer de controle
uit zonder dat spanning aanwezig is).
- Controleer of de lucht uit de warmtewisselaar weggenomen is.
- Monteer opnieuw het afdekmeubel.
- Schakel de spanning naar de ventilatorconvector in en controleer de werking
ervan.
27
NL
FC66001820- 00
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido