Geluidsemissiewaarden
Het geluid van deze zaag wordt gemeten
volgens DIN EN ISO 3744; 11/95, E DlN EN
31201; 6/93, ISO 7960 bijlage A; 2/95. Het
toestel kan aan de werkplaats 85 dB (A)
overschrijden. In dit geval zijn geluidswerende
maatregelen voor de gebruiker noodzakelijk
(gehoorbeschermer dragen).
Bedrijf
Stationair
Geluidsdrukniveau LPA
88 dB (A)
74 dB (A)
Geluidsvermogen LWA
97 dB (A)
83 dB (A)
De waarden vermeld in de tabel zijn emissie-
waarden en moeten daarmee niet meteen veilige
bedieningsplaatswaarden voorstellen. Hoewel er een
correlatie bestaat tussen emissieen immisiepeilen,
kan er niet zeker uit worden afgeleid of al dan niet
bijkomende voorzorgsmaatregelen vereist zijn.
Factoren die het aan de bedieningsplaats
voorhanden zijnde immissiepeil kunnen beïnvloeden,
bevatten de duur van de inwerkingen, andere
geluidsbronnen etc., b. v. het aantal machines en
andere nabije werkzaamheden. De betrouwbare
bedieningsplaatswaarden kunnen eveneens van
land tot land verschillen.
Deze toelichting dient om de gebruiker in staat de
stellen het in gevaar brengen en het risico beter te
kunnen beoordelen".
5. Technische gegevens
Asynchroonmotor
230 V, 50 Hz
Vermogen
700 Watt
Korte-tijdbedrijf
S3 50 %
Stationair toerental n0
2800 1/min
Hardmetaalzaagblad
200 x 30 x 2,5 mm
Aantal tanden
Tafelafmetingen
500 x 420 mm
Tafelverbreding
500 x 215 mm
Zaagdiepte max.
43 mm / 90°
26 mm / 45°
Zaagdiepte instellen
traploos, 0-43 mm
Tafel draaibaar
traploos, 0° - 45°
Afzuigaansluiting
Ø 35 mm
Afmetingen, compleet
500 x 641 x 211 mm
Verpakking
512 x 444 x 290 mm
Gewicht
Intermitterende werkwijze (S3) betekent dat
gedurende het zagen ook afkoelpauzen dienen
ingelast te worden. De spertijd is zo lang dat zich
geen ontoelaatbare verhitting van de machine
voordoet waarbij de motor gedurende de spertijd zich
niet meer op binnentemperatuur afkoelt.
Belastings- en spertijd samen wordt cyclusduur
genoemd. Die bedraagt normaal 10 min., dwz. bij
een machinetijd van S3 50% zijn 5 min. belastingstijd
en 5 min. spertijd.
6. Vóór ingebruikneming
De machine moet worden opgesteld zodat ze
stevig staat, dwz. ze moet op een werkbank of
op en vast onderstel worden vastgeschroefd.
Vóór ingebruikneming moeten alle afdekkingen
en veiligheidsinrichtingen naar behoren zijn
gemonteerd.
Het zaagblad moet vrij kunnen draaien.
Bij reeds bewerkt hout op vreemde lichamen
letten zoals b.v. nagels of schroeven en dgl.
Voordat U de in-/uitschakelaar indrukt dient U
zich ervan te vergewissen dat het zaagblad
correct is gemonteerd en beweegbare
onderdelen gemakkelijk draaien.
Controleer vóór het aansluiten van de machine
of de gegevens vermeld op het kenplaatje
overeenkomen met de gegevens van het
stroomnet.
7. Montage
Let op! Vóór onderhouds- en ombouw-
werkzaamheden aan de cirkelzaag altijd eerst de
netstekker trekken.
7.1 Tafelverbreding monteren (fig. 2)
Beide tafelhouders (46) aan de zaagtafel
bevestigen met behulp van bijgaande schroeven
(54), moerplaatjes (41) en moeren (42).
Aanbouwtafel (47) op de tafelhouders (46)
plaatsen en vastschroeven met behulp van het
20
bijgaand bevestigingsmateriaal.
Let op: Bij het bevestigen van de tafelverbreding
dient er op te worden gelet dat de slede (45) van
de dwarsaanslag gemakkelijk schuifbaar is
tussen de zaagtafel en de tafelverbreding.
7.2 Dwarsaanslag assembleren (fig. 3)
Slede (45) aan het geleidehoekstaal (52)
bevestigen met behulp van de zeskantbout (44)
en de vleugelmoer (51b).
Daarbij dient er op te worden gelet dat de pin (b)
van de slede vastzit in het boorgat van het
geleidehoekstaal (52).
Moerplaatje (50) en bus (49) monteren volgens
de tekening.
Zeskantbout (48) in de middenste spleet van de
17 kg
aanslagrail (53) schuiven en door het
geleidehoekstaal (52) steken.
NL
23