Probleem
09
Geen beeld/geen kleur.
Het beeld is uitgerekt of de
beeldverhouding verandert
niet.
Beeldstoringen tijdens
afspelen of het beeld is erg
donker.
Geen geluid of het geluid is
vervormd.
De analoge audio is in orde,
maar er schijnt geen digitaal
audiosignaal te zijn.
Er is een hoorbaar verschil in
volume bij het afspelen van
een DVD en een CD.
Kan geen meerkanaals
geluid weergeven.
46
Du
Maatregelen
• Verkeerde video-aansluitingen: Controleer of de juiste
aansluitingen zijn gemaakt en de stekkers volledig in de
aansluitbussen zitten. Controleer ook de videokabel op
beschadiging.
• De instellingen op de TV/videomonitor of de AV-versterker zijn
verkeerd: Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de aangesloten
apparatuur.
• De video-uitvoer is ingesteld op progressive maar uw TV/
videomonitor is niet geschikt voor progressive-scan: Zie pagina 12
voor het wijzigen van de instelling naar Interlace.
• De TV Screen instelling in het Initial Settings menu is verkeerd.
Zie pagina 42 voor het kiezen van de juiste instelling voor uw TV/
videomonitor.
• Deze speler is compatibel met de Macro-Vision System
kopieerbeveiliging. Sommige discs bevatten een
kopieerpreventiesignaal en wanneer dit soort discs wordt
afgespeeld kunnen er, afhankelijk van de gebruikte TV, strepen enz.
op bepaalde gedeelten van het beeld verschijnen. Het gaat hier niet
om een defect.
• Als gevolg van de kopieerbeveiligingscircuits van deze speler, kan
het voorkomen dat opnemen niet mogelijk is of dat er
beeldstoringen optreden wanneer het apparaat via een
videorecorder of AV-regelcentrum op de TV is aangesloten. Het gaat
hier niet om een defect.
• Controleer of het TV-systeem juist is ingesteld (pagina 43).
• Er is geen geluid tijdens vertraagde weergave of wanneer een
andere disc dan een audio-CD wordt doorzocht.
• Sommige DVD-discs voeren geen digitale audio uit: Schakel uw
versterker over naar de analoge uitgangen van de speler.
• Controleer of er geen stof en vuil op de disc is en de disc niet
beschadigd is (pagina 41).
• Controleer of alle stekkers stevig in de aansluitbussen zitten.
• Controleer of er geen stof, oxide enz. op de stekkers en
aansluitbussen zit en maak deze onderdelen indien nodig schoon.
Controleer ook de kabels op beschadiging.
• Controleer of de uitgangsaansluiting van de speler niet is
verbonden met de phono (platenspeler) ingang van de versterker.
• Controleer de instellingen op uw versterker/receiver (volume,
ingangsfunctie, luidsprekerinstellingen enz.).
• Controleer of het onderdeel Digital Out is ingesteld op On
(pagina 35).
• Controleer of de Dolby Digital Out, DTS Out en MPEG Out
instellingen (pagina 35) geschikt zijn voor uw versterker/receiver —
raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw versterker/receiver.
• Dit komt door het verschil in audioformaat en duidt niet op een
defect.
• Controleer of de Dolby Digital Out, DTS Out en MPEG Out
instellingen (pagina 35) geschikt zijn voor uw versterker/receiver —
raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw versterker/receiver.
• Controleer welke audio-opties in het discmenu beschikbaar zijn.