3 Het resultaat van de zelfdiagnose wordt weergegeven als <Foutenlogboek>. (Raadpleeg de
installatiehandleiding of het onderhoudsboek van de binnenunit voor uitleg bij de foutcodes.)
Foutcode van 2 of 4
cijfers
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
4 Reset het foutenlogboek
Het foutenlogboek wordt weergegeven bij stap 3 van de zelfdiagnose.
Als u D
twee keer indrukt binnen drie seconden, gaan het adres en het koeladres
knipperen.
Nadat het foutenlogboek is gereset, verschijnt het volgende scherm.
Als het foutenlogboek niet kan worden gereset, wordt de foutmelding opnieuw weergegeven.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
5 Reset de zelfdiagnose
U kunt de zelfdiagnose op twee manieren resetten.
ON
Houd A
en C
OFF
→ De zelfdiagnose wordt gereset en het systeem keert terug naar de staat vóór de zelfdiagnose.
ON
Druk op A
. → De zelfdiagnose wordt gereset en de binnenunit stopt. (Deze handeling is
OFF
niet mogelijk als de bediening is vergrendeld.)
11
Controle van de afstandsbediening
Gebruik deze functie om de afstandsbediening te controleren als de airconditioner niet
bediend kan worden met de Eenvoudige MA-regelaar.
1 Controleer eerst de voedingsindicator.
De voedingsindicator dooft als de afstandsbediening niet
de normale spanning (DC 12 V) ontvangt.
Controleer de bekabeling van de afstandsbediening en de
binnenunit als de voedingsindicator niet brandt.
2 Schakel over naar de controlestand van de
afstandsbediening.
Druk B
. .
wordt daarop weergegeven.
ON
Druk op A
OFF
<Als er geen foutenlogboek is>
minstens vijf seconden tegelijk ingedrukt.
. .
en D
minstens vijf seconden tegelijk in; het onderstaande scherm
om de controle van de afstandsbediening te starten.
(afwisselend
weergegeven)
<Als de tegenzijde niet bestaat>
– 24 –
Attribuut van foutendetectie
3-cijferig adres of
2-cijferig unitadresnummer
Voedingsindi-
cator