Elektrische Aansluiting; Start - DAB PUMPS 1-2-3 K 55/200 T Manual Del Usuario

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 56
3.2.
Verzeker u ervan dat de leidingen van de installatie op autonome wijze ondersteund zijn en niet met hun
gewicht op de collectors van de groep rusten, om vervormingen of breuk van componenten te voorkomen
(afb. 2).
Het is bovendien raadzaam bij de aansluiting van de collectors op de installatie trildempende koppelingen
aan te brengen.
3.3.
Neem bij het construeren van de aanzuigleiding alle maatregelen die nodig zijn om drukverliezen tot een minimum te
beperken en de vorming van luchtzakken te voorkomen:
a) Plaats de groep zo dicht mogelijk bij de voedingsbron.
b) De diameter van de aanzuigleiding mag nooit kleiner zijn dan die van de collector.
c) Plaats de aanzuigleiding horizontaal of met een lichte helling naar de groep toe (afb. 3).
d) Gebruik geen ellebogen of verbindingsstukken die bruuske veranderingen van richting veroorzaken. Zo nodig
bochten met een wijde straal gebruiken.
e)
Vermijd het "sifon" effect in de aanzuiging: gevaar voor leeglopen van de pompen!
3.4.
Verzeker u ervan dat de karakteristieken van de waterbron geschikt zijn voor de geïnstalleerde groep:
a) AANZUIGING UIT PUT ( POMP BOVEN DE WATERSPIEGEL ): het is raadzaam een inrichting voor controle
van het niveau te gebruiken om functionering van de groep onder afwijkende condities te voorkomen.
b) AANZUIGING UIT RESERVOIR (POMP ONDER OF BOVEN DE WATERSPIEGEL): het is raadzaam de pomp
te beschermen tegen droog bedrijf, bijvoorbeeld met behulp van vlotterschakelaars.
c) RECHTSTREEKS AANSLUITING OP WATERLEIDING: in het geval de druk onder bepaalde, te lage waarden,
kan zakken, is het raadzaam in de aanzuiging een minimumdrukschakelaar te installeren ter beveiliging van de groep
Functionering zonder vloeistof leidt tot beschadiging van de elektropompen.
4.

ELEKTRISCHE AANSLUITING

LET OP: NEEM DE GELDENDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN IN ACHT
4.1.
De elektrische aansluiting mag uitsluitend worden uitgevoerd door gespecialiseerd en
gekwalificeerd personeel (zie punt 2.1.) en overeenkomstig de veiligheidsvoorschriften die
van kracht zijn in het land waar het product wordt geïnstalleerd.
4.2.
Controleer de voedingsspanning en -frequentie (afb. 4).
Waarden die afwijken van de gegevens van het kenplaatje van de motor, kunnen de motor onherstelbaar
beschadigen.
4.3.
Sluit de geleiders van de voedingskabel aan op het klemmenbord van het bedieningspaneel, en geef de
prioriteit aan de aardgeleider.
Zie voor het schakelschema van het bedieningspaneel en de bijbehorende informatie de bijgevoegde documentatie.
5.

START

Voor een correcte start van de groep, onderstaande procedure in de aangegeven volgorde uitvoeren:
5.1.
Onderstaande werkzaamheden uitvoeren zonder het paneel onder spanning te zetten.
Controleer of de draaiende onderdelen vrij kunnen draaien. Hiertoe de afdekking van de ventilator verwijderen en,
indien nodig, ook de ventilator zelf; vervolgens de as draaien met een geschikt gereedschap (schroevendraaier,
schroefsleutel etc.) (afb. 5).
Bij een blokkering met een hamer zachtjes op de achterkant van het gereedschap kloppen en opnieuw proberen de as te
draaien.
5.2.
Onderstaande werkzaamheden uitvoeren zonder het paneel onder spanning te zetten.
NEDERLANDS
43
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido