STORINGEN
DE GROEP START NIET.
DE GROEP STOPT NIET.
TIJDENS DE WERKING VAN DE
GROEP STARTEN EN STOPPEN
DE POMPEN TE VAAK.
DE GROEP LEVERT DE
GEVRAAGDE
KARAKTERISTIEKEN NIET.
NEDERLANDS
MOGELIJKE OORZAKEN
1.
Hoofdschakelaar aandrijfkracht en/of
hoofdschakelaar
uitgeschakeld (in stand "0").
2.
Magnetothermische
beveiligingsschakelaars
transformator en/of van het hulpcircuit
defect of in werking getreden.
3.
Automatische
omkeerinrichting
elektropompen SE2 of SE3 defect.
4.
Geen
stroomtoevoer
contactgevers van de pompen.
5.
Elektrisch circuit onderbroken.
1.
Grote waterlekken in de installatie.
2.
De elektromagnetische klep is niet
dichtgegaan na afloop van de wekelijkse
test (groepen met wekelijkse test).
3.
Noodknop
ingedrukt
wekelijkse test).
1.
Eèn of meerdere aquaboxen vol water.
2.
De
differentialen
bedieningsdrukschakelaars
pompen zijn te klein.
3.
Timer voor geforceerd bedrijf van één of
meer pompen op een hele lage waarde
afgesteld.
1.
Er is een groep met te kleine dimensies
gekozen
in
verhouding
karakteristieken van de installatie.
2.
Te hoog waterverbruik ten opzichte van
de capaciteit van de put (groep boven de
waterspiegel) of van het reservoir voor
eerste
opvang
(
groep
waterspiegel of boven de waterspiegel).
3.
Draairichting
van
omgekeerd.
4.
Verstopping van één of meerdere
pompen.
5.
Leidingen verstopt.
6.
Voetklep verstopt of geblokkeerd (groep
boven de waterspiegel).
7.
Watercirculatie tussen de pompen van
de groep.
8.
Afsluitkleppen of afzuiging en toevoer
van de pompen gedeeltelijk gesloten.
9.
Lucht in de aanzuigleiding van de groep.
49
1.
De schakelaars in de stand "1" zetten en
hulpcircuit
controleren of het groene lampje dat
aangeeft dat er spanning op het paneel
staat gaat branden.
2.
Bij defect, vervangen.
van
de
Indien in werking getreden, opnieuw
indrukken.
3.
De ingangs- en uitgangsconnectors van
het wisselcontact XC1 en XC2 met elkaar
verbinden en onmiddellijk een nieuwe
automatische omkeerinrichting bestellen.
naar
de
4.
De correcte werking van de volgende, in
serie
controleren:
drukschakelaar
vlotter voor minimumpeil.
5.
Met een tester het punt van onderbreking
opsporen en repareren.
1.
Controleer
verbindingsstukken, leidingen.
2.
Controleer de elektromagnetische klep en
maak eventueel het filter hiervan schoon.
(groepen
met
3.
De knop resetten.
1.
Legen en de voorbelasting van de
aquaboxen herstellen, indien onvoldoende
(zie paragraaf "Instructies voor het bedrijf
van de groep").
Het membraan van de aquabox of de
aquabox zelf vervangen, indien het
membraan geperforeerd is.
van
de
2.
Vergroten (zie paragraaf "Afstellingen
van
de
van
minimumwaarde: 1 bar.
3.
Vergroten.
1.
De groep vervangen, raadpleeg de
tot
de
Technische catalogus.
2.
Verhoog de capaciteit van de put of van
het reservoir voor eerste opvang.
onder
de
de
motoren
3.
De richting omdraaien aan de hand van
punt 5.7. van de paragraaf "Start".
4.
Demonteren en het pomphuis en de
waaiers schoonmaken en de conditie
ervan controleren.
5.
Schoonmaken of vervangen.
6.
Schoonmaken of vervangen .
7.
De functionering van de terugslagkleppen
op de aanzuiging van de pompen
controleren.
8.
De kleppen volledig openen.
9.
Controleer, aan de hand van een druktest,
de afdichting van de verbindingsstukken,
de koppelingen en de leidingen.
OPLOSSINGEN
geschakelde
bedieningen
afstandsbediening;
voor
minimumdruk:
koppelingen,
de
groep").
Aanbevolen