Het gereedschap leiden (Afb. A, E, F)
WAARSCHUWING!
•
ALTIJD het werkstuk bevestigen op zo'n manier dat
het niet kan bewegen tijdens het zagen.
ALTIJD de machine voorwaarts duwen NOOIT de
•
machine achterwaarts naar u toe trekken.
•
ALTIJD de inval-cirkelzaag gebruiken met beide
handen. Plaats één hand op de hoofdhendel
de tweede hand op de hendel vooraan
afgebeeld in figuur E.
•
ALTIJD de klem gebruiken om de rail vast te houden
op het werkstuk zoals.
•
Zet uw handen in de juiste positie zodat u de zaag goed
kunt leiden.
•
De snij-indicator
27
toont de snijlijn voor sneden van 0° en
47° (zonder geleidingsrail).
•
De indicator van de bladstand
volledig verstek.
•
Voor optimale resultaten, klem het werkstuk vast met de
onderkant naar boven.
Snijden
1. Plaats de machine met het voorste gedeelte van de
zaagschoen
4
op het werkstuk.
2. Duw de schakelaar voor het invalzagen
vervolgens de zaag aan door op de Aan/Uit-schakelaar
te drukken.
3. Druk de zaag omlaag en stel de zaagdiepte in en duw
vervolgens naar voren in de zaagrichting.
Versteksneden
WAARSCHUWING: Om terugslag te vermijden, MOETEN
de volgende instructies nageleefd worden bij het
verstekzagen:
•
Plaats de machine op de geleidingsrail en los de
anti-terugslagknop
tegenwijzerzin.
•
Schakel de machine aan en druk voorzichtig de
zaag omlaag op de ingestelde snijdiepte en druk
voorwaarts in de snijrichting. De snij-indicatoren
tonen de absolute voorste en achterste snijpunten van
het zaagblad (dia. 165 mm) op maximale snijdiepte
en met de geleidingsrail.
•
Indien er een terugslag plaatshad tijdens het
verstekzagen, draai dan de anti-terugslagknop
tegen de klok in om deze vrij te maken van de rail.
•
Als u het verstekzagen beëindigd hebt, draai dan
de anti-terugslagknop
de sluitstand.
Geleiderailsysteem (Afb. A, E)
De geleidingsrails
28
, die verkrijgbaar zijn in verschillende
lengtes, maken precieze, propere sneden mogelijk en
beschermen tegelijkertijd het oppervlak van het werkstuk tegen
schade.
3
en
zoals
11
29
toont de bladstand voor
naar voren, en zet
1
2
18
door het te draaien in
27
18
18
met de klok mee in
Samen met aanvullende toebehoren kunnen exact gehoekte
sneden, versteksneden en plaatsing uitgevoerd worden met het
geleidingsrailsysteem.
Het werkstuk met klemmen bevestigen waarborgt een veilige
grip en veilig werken.
U bereikt de beste zaagresultaten wanneer de vrije ruimte van
de geleider van de invalzaag zo klein mogelijk is, u kunt deze
vrije ruimte instellen met twee afstellingsknoppen van de
rails
.
5
1. U kunt de vrije ruimte aanpassen door de schroef binnen de
knoppen
5
voor de afstelling van de rails los te draaien.
2. Pas de stand van de knop aan tot de zaag is vergrendeld op
de rails.
3. Draai de knop terug tot de zaag gemakkelijk glijdt.
4. Houd de knop voor de afstelling van de rail op z'n plaats en
vergrendel de schroef weer.
OPMERkInG: aLTIJD het systeem opnieuw afstellen voor
gebruik met andere rails.
Anti-splinterkap (Afb. G, H)
De geleiderail
is voorzien van een anti-splinterkap
28
voorafgaand aan het eerste gebruik moet worden afgesteld.
De anti-splinterkap
30
bevindt zich aan weerszijden van de
geleiderail (
28
, Afb. G. Het doel van deze anti-splinterkap is
de gebruiker een zichtbare zaaglijn te geven en het ontstaan
tijdens het zagen van spaanders te beperken langs de zaagrand
van het werkstuk.
BELanGRIJk: lees en volg altijd de instructies bij
Geleiderailsysteem voordat u gaat zagen met de splinterkap!
1. Stel de snelheid van de invalzaag in op niveau 7.
2. Plaats de geleiderail
28
op een stuk afvalhout. Bevestig de
geleiderail met een klem stevig op het werkstuk. Zo wordt
de nauwkeurigheid gewaarborgd.
3. Stel de invalzaag in op een zaagdiepte van 5 mm.
4. Plaats de zaag op het achterste uiteinde van de geleiderail.
5. Schakel de zaag in, druk de zaag omlaag tot de ingestelde
zaagdiepte en zaag de anti-splinterkap
volledige lengte in een ononderbroken beweging. De
rand van anti-splinterkap komt nu precies overeen met de
zaagrand van het zaagblad.
U kunt de anti-splinterkap op de andere zijde van geleiderail
afstellen door de zaag van de rail te halen en de rail 180° te
draaien. Herhaal stap 1 tot en met 4.
OPMERkInG: U kunt, als u dat wilt, de splinterkap op 45° schuin
afzagen, en vervolgens stap 1 tot en met 4 herhalen. Hierdoor is
de ene zijde van de rail geschikt voor parallelle zaagsneden en
de andere zijde van de rail afgesteld op schuine zaagsneden op
45° (Afb. H).
OPMERkInG: Als de anti-splinterkap is afgesteld voor parallelle
zaagsneden aan beide zijden, zal, wanneer de zaag is ingesteld
op schuine zaagsneden, het zaagblad niet langs de rand van
de anti-splinterkap lopen. Dit komt omdat het kantelpunt van
het apparaat niet stationair is en het zaagblad zich verplaatst
wanneer de zaag schuin wordt geplaatst.
nEDERLanDs
, die
30
30
over de
87