N E D E R L A N D S
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is ontwikkeld voor een bepaalde netspanning.
Controleer altijd of uw netspanning overeenkomt met de waarde op het
typeplaatje.
Uw D
WALT-machine is dubbel geïsoleerd overeenkomstig
E
EN 50144; een aarddraad is dan ook niet nodig.
Gebruik van verlengsnoeren
Wanneer een verlengsnoer wordt gebruikt, neem dan een goedgekeurd
drieaderig verlengsnoer, dat geschikt is voor het vermogen van de
machine (zie technische gegevens). De aders moeten minimaal een
doorsnede hebben van 1,5 mm
zit, rol het snoer dan helemaal af.
Uitpakken (fig. A1 & A2)
Haal de zaag voorzichtig uit de verpakking en gebruik hiervoor de
draaggreep (9).
De verpakking bevat:
1 gemonteerde verstekzaagmachine
1 zaagbladsleutel
1 305 mm HM zaagblad
2 klemmen (alleen DW704)
1 gebruikshandleiding
1 tekening
• Druk de bedieningshendel (1) omlaag en trek aan vergrendelpin (28),
zie fig. A2.
• Verminder de druk langzaam en laat de arm geheel omhoogkomen.
Beschrijving (fig. B1 - B3)
B1
1 Bedieningshendel
2 Onderste beschermkap
3 Parallelgeleiding rechts
4 Verstekklemknop
5 Verstekgrendel
6 Verstekschaal
7 Parallelgeleiding links
8 Bevestigingsgaten voor werkbank
9 Draaggreep
10 Zaagkop-ontgrendeling
11 Achterste beschermkap
12 Afschuinschaal (alleen DW705)
13 Gat voor hangslot
14 Motorhuis
15 Spindelvergrendeling
16 Inspectiegat voor koolborstels
17 Bedieningsschakelaar
B2
18 Zaagbladsleutel
19 Aanslag hoekpositie (alleen DW705)
20 Stofuitlaat
21 Knop voor afschuinklem (alleen DW705)
22 Handvat
23 Klemknoppen parallelgeleiding links boven (alleen DW705)
24 Bovenste beschermkap
25 Aanslag afstelling verticale positie (alleen DW705)
26 Aanslag afstelling afschuinpositie (alleen DW705)
27 Sleufplaat
28 Vergrendelingsstift zaagkop
nl - 3
2
. Wanneer het verlengsnoer op een haspel
B3
29 Verlengd werkblad
30 Verstelbare lengte-aanslag
31 Werkstukklem
32 Stofzak
Monteren
Haal vóór het monteren en instellen altijd de stekker uit het
stopcontact.
De motor en de beschermkappen zijn reeds op het onderstel gemonteerd.
Werkbankmontage (fig. C1 & C2)
• In de vier voeten zijn gaten (8) aangebracht om montage op de
werkbank te vergemakkelijken. Er zijn twee gatmaten voor twee
verschillende schroefdiameters (33). Het is niet nodig om beide gaten
te gebruiken. Zorg voor een stevige montage, opdat de zaagmachine
niet kan bewegen. Moet de zaagmachine draagbaar blijven, monteer
de machine dan op een stuk multiplex met een dikte van 12,5 mm of
meer, dat op de werkbank of samen met de machine op een andere
werkplek op een andere werkbank kan worden bevestigd.
• Wanneer de zaagmachine op multiplex wordt bevestigd, zorg er dan
voor dat de schroeven niet aan de onderkant van het hout uitsteken.
Het multiplex moet geheel tegen het blad van de werkbank aanliggen.
Bij het klemmen op elk ander oppervlak moeten de plaatsen van de
bevestigingsgaten worden gebruikt om te klemmen. Klemmen op een
ander punt zal het werken met de zaagmachine bemoeilijken.
• Om aanlopen en onnauwkeurigheid te voorkomen, mag het
bevestigingsblad niet krom of oneffen zijn. Als de zaagmachine op het
werkblad wankelt, plaats dan een dun stukje materiaal onder één van
de voeten tot de machine stevig op het werkblad staat.
Monteren van het zaagblad (fig. D1 - D7)
• Druk de zaagkop-ontgrendeling (10) om de onderste beschermkap (2)
vrij te geven. Trek de onderste beschermkap nu zo ver mogelijk omhoog.
• Draai de schroef van de beschermkaphouder (35) ver genoeg los om het
hoekstuk (36) tussen de kop van de schroef (38) en de beschermkap te
laten passeren. Nu kan de beschermkaphouder (37) voldoende omhoog
worden getrokken om de bladvergrendelschroef (39) te kunnen
bereiken.
• Houd de onderste beschermkap omhoog en druk met een hand de
spindelvergrendeling (15) in. Gebruik nu met de andere hand de
meegeleverde zaagbladsleutel (18) om de linksdraaiende
zaagbladschroef (39) los te draaien. Hiertoe wordt de schroef rechtsom
gedraaid.
Gebruik van de spindelvergrendeling: druk de knop (15) in
zoals afgebeeld en draai de spindel met de hand, totdat de
spindel wordt geblokkeerd. Houd de knop ingedrukt om te
voorkomen dat de spindel draait.
• Verwijder de bladvergrendelschroef (39) en de buitenste askraag (40).
• Monteer het zaagblad (41) op de schouder (42) op de binnenste
askraag (43). Zorg er hierbij voor dat de tanden aan de onderzijde van
het zaagblad in de richting van de achterkant van de zaag, dus van de
gebruiker vandaan wijzen.
• Plaats de buitenste askraag (40) weer.
• Draai de bladvergrendelingsschroef (39) aan door deze linksom te
draaien. Houd hierbij de onderste beschermkap omhoog en met de
andere hand de spindelvergrendeling ingedrukt.
• Beweeg de beschermkaphouder (37) omlaag totdat het hoekstuk (36) zich
onder de kop van de schroef van de beschermkaphouder (35) bevindt.
• Draai de schroef van de beschermkaphouder vast.
52