Fig.10
1
2
Fig.12
INSTRUCTIEHANDLEIDING HAAGSNOEIER
Fig.11
1
2
3
3
Fig.13
6. STARTEN EN STILSTAND
ATTENTIE! Houd u strikt aan de waar-
schuwingen die opgenomen zijn in
Hoofdstuk 2: FUNDAMENTELE VEILIGHEIDS-
MAATREGELEN.
STARTEN MET EEN KOUDE MOTOR
1) Zet de heggenschaar op een stabiele onder-
grond.
2) Druk de stopschakelaar (afb. 11 detail 1) op
de stand "ON".
3) Licht het luchthendeltje dat rechts van het dek-
sel van het luchtfilter geplaatst is (afb. 12 detail
1) op en zet het in de stand "
4) Druk het primerbolletje enkele malen helemaal
in (afb. 12 detail 2), tot de brandstof door de
tweede transparante leiding in de tank terug-
stroomt (afb. 12 detail 3).
5) Pak de achterste handgreep met uw linkerhand
beet en druk met uw handpalm de blokkering van
de versnellingshendel (afb. 11, detail 2) in, op die
manier wordt de beweging van de versnellings-
hendel (afb. 11 detail 3) ontgrendeld.
6) Druk de versnellingshendel helemaal in.
7) Trek krachtig aan de handgreep van het start-
koord totdat de motor begint aan te slaan (normaal
niet vaker dan 4/5 keer) (afb. 13).
PAS OP dat de messen plotseling
kunnen gaan bewegen.
8) Duw het chokehendeltje (afb. 12 detail 1) in
stand "
".
Bedien de versnellingshendel niet.
9) Blijf aan de handgreep van het startkoord trek-
ken tot de motor aanslaat.
WAARSCHUWING - GEVAAR! De
motor start en is versneld in het mid-
den, zodat de messen in beweging zijn.
NL
".
.
51