BATTERIJEN
EN OPLADERS,
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Dit document bevat belangrijke veiligheids- en
bedieningsinstructies. Lees deze instructies
zorgvuldig door en houd deze bij de hand.
Lees voordat u de batterijoplader gebruikt,
alle instructies en waarschuwingssymbolen op
•
de oplader
•
de batterij
•
de portofoon waarin de batterij wordt gebruikt
1.
Vermijd de kans op letsel en gebruik alleen
oplaadbare batterijen die door Motorola zijn
goedgekeurd. Andere batterijen kunnen
ontploffen en zo letsel en schade veroorzaken.
2.
Het gebruik van accessoires die niet worden
aanbevolen door Motorola, kan resulteren in
een verhoogde kans op brand, elektrische
schokken of letsel.
iv
Nederlands
3.
Trek om schade aan stekker en snoer te
vermijden aan de stekker en niet aan het
snoer als de stekker van de oplader uit het
stopcontact wordt gehaald.
4.
Gebruik alleen een verlengsnoer als dit
absoluut noodzakelijk is. Het gebruik van
een ongeschikt verlengsnoer kan resulteren
in brand en elektrische schokken. Als een
verlengsnoer moet worden gebruikt, moet
u een 18 AWG-snoer voor lengtes tot 2 meter
en 16 AWG-snoer voor lengtes tot 3 meter
gebruiken.
5.
Vermijd de kans op brand, elektrische schokken
of letsel, en gebruik de oplader niet als deze
op enigerlei wijze defect of beschadigd is.
Roep in dat geval de hulp in van een erkend
onderhoudsmedewerker van Motorola.
6.
De oplader mag niet worden gedemonteerd.
Het apparaat kan niet worden gerepareerd
en er zijn geen vervangingsonderdelen
verkrijgbaar. Demontage van de oplader kan
leiden tot elektrische schokken of brand.