Bedrading verbinden met de aansluiting
■ Voor geslagen bedrading
(1) Knip het draadeind af met een
kniptang, strip de isolatie van de
geslagen draad zodat deze ongeveer
10 mm bloot komt en draai de
strengen netjes in elkaar. (Afb. 4-7)
(2) Gebruik een kruiskopschroevendraaier
om de schroef (schroeven) van
het plaatje van de aansluiting te
verwijderen.
(3) Gebruik gereedschap voor een
ringaansluiting of een tang en klem
een ringaansluiting op elk gestript
draadeind.
(4) Doe de ringaansluiting op zijn plaats
en draai de eerder verwijderde
aansluitingschroef weer vast met een
schroevendraaier. (Afb. 4-8)
■ Voorbeelden van afgeschermde draden
(1) Verwijder de isolatie en weer voorzichtig dat u de
gevlochten afscherming niet beschadigt. (Afb. 4-9)
(2) Pluis de gevlochten afscherming voorzichtig uit elkaar
en draai de draadjes netjes in elkaar. Isoleer de
afgeschermde draden met een isolatiebuisje of met
isolatieband. (Afb. 4-10)
(3) Verwijder de isolatie van de signaaldraad. (Afb. 4-11)
(4) Bevestig ringaansluitingen aan de signaaldraden en de
afgeschermde draden die u bij stap (2) geïsoleerd hebt.
(Afb. 4-12)
■ Voorbeelden bedrading
Geslagen draad
Ringaansluiting
Afb. 4-7
Functionele aardingsschroef
(louvermotor)
Gebruik deze schroef
voor de aarding van
de afscherming van de
bedieningsbedrading
tussen de units.
103
Speciale
Schroef
tussenring
Ringaansluiting
Aansluitingenplaat
Draad
Draad
Afb. 4-8
Afb. 4-9
Isolatieband
Afb. 4-10
Isolatieband
Afb. 4-11
Afb. 4-12
Werkende aardingsschroef
(Schematimer)
Beveiligende
aardingsschroef
(externe solenoïde klepkit
voor drievoudig systeem)
Stroomsnoer
Bedieningsbedrading
Schroef en
speciale
tussenring
Ringaansluiting
Gevlochten afscherming
Gevlochten afscherming
Bedrading
afstandsbediening
tussen de units