5.
Controleer het apparaat op beschadigde
onderdelen. Als afschermingen of andere
onderdelen beschadigd zijn ga dan na af het nog
goed kan werken. Controleer de bewegende
delen op uitlijning en vastlopen, beschadigde
onderdelen, montagevoorzieningen en andere
omstandigheden die van invloed kunnen zijn
op de werking. Tenzij anders aangegeven in
de gebruiksaanwijzing moeten de beschadigde
afschermingen en onderdelen vervangen
worden door een erkende servicedealer.
6.
Vervang de aanwezige niet-metalen
snijvoorziening van het apparaat niet door een
metalen snijvoorziening.
7.
Probeer het apparaat, het accupack of de
acculader niet te repareren of onderhouden,
tenzij aangegeven in de gebruiksaanwijzing.
Laat een servicedealer het onderhoud uitvoeren
met identieke vervangende onderdelen
om te verzekeren dat het product veilig is
onderhouden.
8.
Als het apparaat niet in gebruik is berg het dan
binnen op, op een droge, veilige plaats, buiten
het bereik van kinderen.
9.
De accu niet verbranden. De cel kan ontploffen.
Controleer of er plaatselijke voorschriften gelden
voor het afvoeren van accu's.
BEWAAR DEZE
AANWIJZINGEN
4