9. Opsporen van storingen
Waarschuwing
Voordat wordt begonnen met werkzaamheden aan opvoerinstallaties die gebruikt worden voor het verpompen van
vloeistoffen die wellicht schadelijk zijn voor de gezondheid, dient de opvoerinstallatie grondig doorgespoeld te zijn
met schoon water en moet de persleiding afgetapt zijn. Spoel na demontage de onderdelen in water schoon. Zorg dat
de afsluitkleppen gesloten zijn. De werkzaamheden moeten uitgevoerd worden in overeenstemming met de plaatse-
lijke regelgeving.
Voordat u aansluitingen maakt in de LC 221 of met werkzaamheden aan opvoerinstallaties enz. begint, dient u er
zeker van te zijn dat de voedingsspanning is uitgeschakeld en niet per ongeluk kan worden ingeschakeld.
Storing
Oorzaak
1. De pomp(en)
a) Geen voedingsspanning.
werkt/werken niet.
b) De keuzeschakelaar ON-OFF-AUTO staat in
c) Zekeringen van het stuurstroomcircuit zijn
d) De motorbeveiliging heeft de pomp uitge-
e) Motor/voedingskabel is defect of de aanslui-
f)
g) De printplaat of de LCD-kaart is defect.
2. De pomp(en) scha-
a) De niveaumeting geeft een storing.
kelt/schakelen te
vaak in en uit, en
zelfs als er geen
ingaande stroom is.
b) De bedrijfstijdbeveiliging wordt geactiveerd,
c) De thermische schakelaar heeft de pomp uit-
3. Eén pomp schakelt
a) Laat 24 uur proefdraaien na laatste hande-
soms in zonder
zichtbare oorzaak.
4. De tank is leeg maar
a) Dit houdt verband met de meetprincipes van
het weergegeven
waterniveau is
hoger dan 0 mm.
270
Geen enkel signaallampje brandt.
Met batterijnoodvoeding: Zie paragraaf
4. Productomschrijving.
de positie OFF ( ).
opgeblazen.
schakeld (alleen van toepassing indien zo'n
beveiliging is geïnstalleerd). Het pompsym-
bool in het display knippert en het rode sig-
naallampje voor storing knippert. De storings-
melding in het display is RELAIS en de
storingscode is F018.
tingen zijn los gaan zitten.
De storingsmelding in het display is SENSOR
en de storingscode is F005 en/of F006.
De sensor geeft een verkeerd signaal.
de pomp- en tijdsymbolen knipperen, de rode
LED knippert en het display geeft storings-
code F011 en/of F012 weer. Als de pomp lan-
ger dan 3 minuten draait, schakelt een bevei-
ligingsprogramma van de regelaar de pomp
3 minuten uit en neemt de andere pomp het
over. Bij de volgende inschakelpuls wordt de
eerste pomp opnieuw geactiveerd. Als het
ontluchtingsprobleem blijft optreden, wordt de
pomp na 3 minuten uitgeschakeld enzovoort.
Opmerking: Normale bedrijfstijden zijn maxi-
maal 60 seconden, afhankelijk van het werk-
punt en de effectieve tankinhoud.
geschakeld. De symbolen voor de pomp en
de thermische schakelaar in het display knip-
peren, en het rode signaallampje voor storing
brandt permanent. De storingsmelding in het
display is TEMP en de storingscode is F005
en/of F006.
ling.
de sensor.
Oplossing
Schakel de voedingsspanning in of wacht tot de stoomuit-
val over is. Laat tijdens stroomuitval de opvangtank leeg-
lopen met de membraanpomp.
Druk de keuzeschakelaar ON-OFF-AUTO in de positie
ON ( ) of AUTO ( ).
Controleer en verhelp de oorzaak. Vervang de zekeringen
van het stuurstroomcircuit.
Controleer de pomp en de tank en tevens de instelling
van de motorbeveiliging. Als de pomp geblokkeerd is: ver-
wijder de blokkering. Als de instelling van de motorbeveili-
ging verkeerd is: pas deze aan (vergelijk de instelling met
het typeplaatje).
Controleer motor en voedingskabel. Vervang zo nodig de
kabel of maak de losse aansluitingen vast.
Reinig de niveausensor (zie paragraaf 8.2 Controleren
van de niveausensor) en schakel opnieuw in. Controleer
de kabel en de aansluiting op de regelkaart. Neem con-
tact op met Grundfos service als het signaal nog steeds
verkeerd is.
Vervang de printplaat of de LCD-kaart.
Controleer op mogelijke lekken tussen de drukslang en de
paneelaansluiting van het bedieningspaneel.
De drukslang moet tot aan de stop worden ingestoken
(circa 15 mm). Reinig de niveausensor (zie paragraaf
8.2 Controleren van de niveausensor).
Controleer dat de persklep open is. Controleer de ont-
luchting van het pomphuis. Reinig het ontluchtingsventiel
als dit geblokkeerd is.
Laat de pomp afkoelen. Als de pomp is afgekoeld zal
deze automatisch opnieuw inschakelen, tenzij de
LC 221 staat ingesteld op handmatig opnieuw inschake-
len. Zie paragraaf 5.4 Aansluiten van de niveausensor.
Als dat het geval is, moet de keuzeschakelaar
ON-OFF-AUTO gedurende korte tijd in de positie OFF ( )
worden gezet. Controleer de instromingsparameters en
de terugslagklep. Het risico is klein, maar als de terug-
slagklep lekt, kan vloeistof in de persleiding terugstromen.
Een groot aantal inschakelingen gedurende een langere
periode zonder afkoeltijd er tussenin kan thermische uit-
schakeling veroorzaken. Overweeg S3 bedrijf. Zie para-
graaf 10. Technische specificaties. Zie ook paragraaf
8.2 Controleren van de niveausensor.
Geen actie nodig. Dit is een veiligheidsfunctie die voor-
komt dat de asafdichting vastloopt.
Geen actie nodig. Zie hoofdstuk 4.2 Niveausensor.