7.5
Voor het inschakelen
7.6
In- en uitschakelen
7.7
Tijdens het bedrijf
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Vardo WEEDLESS-F
Inbedrijfname
‡
Er zijn geen personen in het werkgebied van het roerwerk aanwezig.
1. Schakel het roerwerk in.
2. Kijk van bovenaf op de propeller en controleer de draairichting. LET OP! De vereis-
te stuwrichting is vastgelegd in de dimensionering van de installatie!
3. Laat bij een verkeerde draairichting de elektrische aansluiting wijzigen door een
elektricien.
4. Controleer de draairichting nog een keer.
▶ De draairichting is juist, de stuwrichting komt overeen met de dimensionering van
de installatie.
LET OP
Lees de uitgebreidere informatie hierover!
Lees voor een gebruik conform de voorschriften bovendien de handleiding van de
fabrikant en volg deze op.
Controleer voor het inschakelen de volgende punten:
▪ Controleer of de installatie op een juiste en volgens lokale voorschriften geldige wijze is
uitgevoerd:
– Roerwerk juist en veilig gemonteerd?
– Roerwerk geaard?
– Is de elektrische aansluiting de volgens voorschriften uitgevoerd?
– Zijn de aansluitkabels volgens de voorschriften geplaatst?
– Zijn de mechanische onderdelen correct bevestigd?
– Wordt voldaan aan de minimumafstanden tussen de propeller en installaties in de be-
drijfsruimte?
▪ Aandrijfeenheid controleren:
– Drijfwerk: Opslagolie verwijderd, met bedrijfsolie gespoeld en gevuld?
– Voorgeschreven olievulling (soort, hoeveelheid, inbouwpositie) gewaarborgd?
– Zijn de schroeven voor oliecontrole en aftappen vrij toegankelijk?
– Is de lekdichtheid van alle schroefverbindingen op het drijfwerk gecontroleerd?
– Zijn de instructies van de fabrikant gelezen en uitgevoerd?
▪ Controleer de bedrijfsomstandigheden:
– Stuwrichting komt overeen met de dimensionering van de installatie - draairichting
gecontroleerd?
– Intermitterend bedrijf - soft start voorgeschakeld?
– Min./max.-temperatuur van het medium gecontroleerd?
– Is de max. dompeldiepte gecontroleerd?
– Is de minimale waterafdekking boven de propeller gedefinieerd en bewaakt?
Schakel het roerwerk via een aparte, door de klant te leveren bediening (aan-/uitscha-
kelaar, schakelkast) in- en uit.
Tijdens het opstarten wordt de nominale spanning gedurende enkele seconden over-
schreden. Het verdere stroomverbruik ligt iets boven de nominale stroom tot de be-
drijfstemperatuur van de motor is bereikt en de stroming in het basin is opgebouwd.
Tijdens het normale bedrijf mag de nominale spanning niet meer worden overschreden.
VOORZICHTIG! Schakel het roerwerk direct uit als het niet start. Verhelp eerst de
storing, voordat u het roerwerk opnieuw inschakelt!
WAARSCHUWING
Gevaar voor verbranding aan hete oppervlakken!
Het motorhuis kan tijdens het bedrijf heet worden. Er bestaat gevaar voor brand-
wonden. Laat de motor na het uitschakelen afkoelen tot de omgevingstemperatuur!
VOORZICHTIG
Materiële schade door onjuist gebruik!
De propeller moet tijdens het gebruik altijd ondergedompeld zijn. Schakel het roer-
werk uit als de vereiste wateronderdompeling niet wordt gehaald! Daarom wordt
nl
211