Toekenning
Bat ok
mA
mA
Sensor 1
Sensor 2
S1
S2
10.2 Netaansluiting
Controleer voor het aansluiten of de waar-
den voor de voedingsspanning en -fre-
Voorzichtig
quentie overeenkomen met de waarde op
de typeplaat.
Voedingsspanning voor de Conex
110-240 V:
•
Sluit de aardleiding (PE) aan op klem 5.
•
Sluit de nul-ader (N) aan op klem 3.
•
Sluit de fase-ader (L1) aan op klem 1.
Voedingsspanning voor Conex
24 VDC:
•
Sluit + aan op klem 19.
•
Sluit - aan op klem 20.
378
Klem
+
37
-
38
+
39
-
40
43
Afscherming
+
41
-
42
44
Afscherming
-
45
47
Afscherming
+
49
-
46
48
Afscherming
+
50
1
0
1
0
®
DIA-G bij
®
DIA-G bij
Omschrijving
Accu backup in bedrijf
Analoge uitgangssensor 1
Analoge uitgangssensor 2
Aansluiting voor amperometrische sensor 1
Aansluiting voor amperometrische sensor 2
Selectieschakelaar voor sensorinterface afsluit-
weerstand
Stand 1: Aan
Stand 0: Uit
Selectieschakelaar voor CAN interface afsluit-
weerstand
Stand 1: Aan
Stand 0: Uit
Zet het apparaat aan en uit door de voe-
dingsspanning in- en uit te schakelen. Het
N.B.
apparaat zelf is niet uitgerust met een
aparte aan/uit schakelaar.
Voedingsspanning voor galvanisch gescheiden
relaiscontacten:
•
Sluit de aardleiding (PE) aan op klem 6.
•
Sluit de nul-ader (N) aan op klem 4.
•
Sluit de fase-ader (L1) aan op klem 2.