Brandstof en bedrijfsmiddelen
Veiligheidsvoorschriften
Waarschuwing!
Benzine is zeer licht ontvlambaar – brandgevaar!
Zorg ervoor dat er geen brandstof uit de motor, de tank
of de brandstofleidingen loopt.
Benzine uitsluitend in hiervoor bestemde reservoirs
mengen en bewaren.
Geen brandstofmengsel gebruiken dat langer dan 90
dagen opgeslagen is geweest.
Alleen buiten tanken.
Bij het tanken niet roken.
De tankdop bij draaiende of hete motor niet openen.
Beschadigde tank of tankdop vervangen.
Tankdop altijd goed afsluiten.
Benzinetank alleen buiten leegmaken.
Als er benzin is uitgelopen of gemorst:
Motor niet starten.
Startpogingen vermijden.
Apparaat reinigen.
Resterende brandstof laten verdampen.
Brandstofmengsel maken
Bij het gebruik van een mengverhouding van 50:1 advise-
ren wij u een hoogwaardige speciale 2-taktolie te gebrui-
ken.
Bij een merkproduct 2-taktolie adviseren wij een mengver-
houding van 25:1.
Tabellen voor mengverhoudingen van brandstof
Mengen
25 delen benzine:
1 deel mengolie
2-taktolie
Mengen
50 delen benzine:
1 deel mengolie
2-taktolie
Benzine en olie volgens de tabel in een geschikt reservoir
doen. Beide delen grondig vermengen.
474 698_a
Inbedrijfstelling
Motor starten
Startklepstanden:
Benzine Mengolie
1 l
40 ml
3 l
120 ml
5 l
200 ml
Benzine Mengolie
1 l
20 ml
3 l
60 ml
5 l
100 ml
Attentie!
Voor gebruik altijd een visuele controle uitvoeren.
Controleer voor gebruik of alle schroeven, moeren en
bouten van het apparaat goed vastzitten.
Met loszittend, beschadigd of versleten snijwerk en/of
onderdelen mag het apparaat niet worden gebruikt.
Beschadigde of versleten onderdelen vervangen door
originele reserveonderdelen.
Motorzeis altijd gebruiken met beschermplaat.
Altijd de bijgeleverde gebruiksaanwijzing van de motor-
fabrikant in acht nemen.
Nationale voorschriften voor de gebruiksuren in acht
nemen.
Waarschuwing!
Motor nooit in gesloten ruimtes laten draaien.
Gevaar voor vergiftiging!
Snijdraad voor het starten op 13 cm inkorten, om de
motor niet te belasten.
CHOKE
Let bij de start op het volgende:
1. Motorzeis vlak en zonder obstakels op de bodem
leggen.
2. Erop letten dat het snijgereedschap geen voorwer-
pen en ook de bodem niet aanraakt.
3. Een stabiele positie innemen.
4. Het apparaat met de linkerhand vasthouden. Met de
rechterhand de startkabel vasthouden.
5. Niet op de stang gaan staan of knielen.
Startkabel er altijd recht uittrekken. Niet plotseling la-
ten terugschieten.
NL
RUN
29