OBJ_BUCH-909-004.book Page 50 Wednesday, January 13, 2016 11:44 AM
50 | Nederlands
Klopboormachine
Nominaal toerental
– Stand 1
– Stand 2
Aantal slagen bij onbelast toerental
Nominaal draaimoment (stand 1/2)
Elektronische draaimomentbegrenzing
(Torque Control)
Vooraf instelbaar toerental
Constant-electronic
Rechts- en linksdraaien
Tandkransboorhouder
Snelspanboorhouder
Volautomatische blokkering van de uitgaande
as (Auto-Lock)
Overbelastingskoppeling
Ashals-Ø
Max. boor-Ø (stand 1/2)
– Beton
– Metselwerk
– Staal
– Hout
Boorhouderspanbereik
Gewicht volgens EPTA-Procedure 01/2003
Isolatieklasse
De gegevens gelden voor nominale spanningen [U] 230 V. Bij afwijkende spanningen en bij per land verschillende uitvoeringen kunnen deze gegevens
afwijken.
Montage
Trek altijd voor werkzaamheden aan het elektrische
gereedschap de stekker uit het stopcontact.
Extra handgreep
Gebruik het elektrische gereedschap alleen met de ex-
tra handgreep 11.
Alleen bij elektrische gereedschappen GSB 21-2 met
tandkransboorhouder: Monteer de extra greep 11 volgens
de afbeeldingen A tot C.
U kunt de extra handgreep 11 in 12 standen verstellen voor
een veilige houding tijdens de werkzaamheden zonder ver-
moeidheid.
Draai het onderste greepstuk van de extra handgreep 11 in
draairichting en duw de extra handgreep 11 naar voren tot
u deze in de gewenste stand kunt draaien. Vervolgens trekt u
de extra handgreep 11 weer terug en draait u het onderste
greepstuk in draairichting weer vast (zie afbeelding D).
Boordiepte instellen (zie afbeelding D)
Met de diepteaanslag 12 kan de gewenste boordiepte X wor-
den vastgelegd.
Druk op de knop voor de instelling van de diepteaanslag 10 en
zet de diepteaanslag in de extra handgreep 11.
2 609 932 948 | (13.1.16)
GSB ...
21-2
21-2 RE
-1
min
580
580
-1
min
1900
1900
-1
min
51000
51000
Nm
9,6/3,2
9,6/3,2
–
–
–
–
–
–
–
–
–
mm
43
43
mm
22/13
22/13
mm
24/16
24/16
mm
16/8
16/8
mm
40/25
40/25
mm
3 – 16
1,5 – 13
kg
2,9
2,9
/II
/II
Trek de diepteaanslag zo ver naar buiten dat de afstand tus-
sen de punt van de boor en de punt van de diepteaanslag
overeenkomt met de gewenste boordiepte X.
De ribbels op de diepteaanslag 12 moeten naar boven wijzen.
Inzetgereedschap wisselen
Draag werkhandschoenen bij het wisselen van inzetge-
reedschap. De boorhouder kan tijdens langdurige werk-
zaamheden heet worden.
Snelspanboorhouder (zie afbeelding E)
Als de aan/uit-schakelaar 7 niet is ingedrukt, wordt de uit-
gaande as geblokkeerd. Hierdoor kan het inzetgereedschap
in de boorhouder snel, gemakkelijk en eenvoudig worden ver-
vangen.
Open de snelspanboorhouder 1 door deze in draairichting
te draaien tot het gereedschap kan worden ingezet. Zet het
gereedschap in.
Draai de huls van de snelspanboorhouder 1 in draairichting
met uw hand stevig vast tot er geen klikgeluid meer hoorbaar
is. De boorhouder wordt daardoor automatisch vergrendeld.
De vergrendeling wordt weer opgeheven als u voor het verwij-
deren van het toebehoren de huls in de tegengestelde richting
draait.
21-2 RE
21-2 RCT
21-2 RCT
580
900
900
1900
3000
3000
51000
51000
51000
9,6/3,2
7,8/2,6
7,8/2,6
–
–
–
–
–
–
–
43
43
43
22/13
22/13
22/13
24/16
24/16
24/16
16/8
16/10
16/10
40/25
40/25
40/25
1,5 – 13
1,5 – 13
1,5 – 13
2,9
2,9
2,9
/II
/II
/II
Bosch Power Tools