BESCHRIJVING
A Duwstaaf
B Deksel en vulschacht
C Persschroef
D Sapfilter
E Coulisfilter
F Lipje
voor
droge
scheidbaar van de filter)
G Kom
H Schaal
VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK
Haal het apparaat uit de verpakking, zet het op een horizontaal, stevig en stabiel werkvlak en
stal alle onderdelen uit. Controleer of u al het verpakkingsmateriaal goed hebt verwijderd voor
het eerste gebruik.
Maak alle losse onderdelen schoon, spoel ze af en droog ze zorgvuldig: de duwstaaf (A), het
deksel en de vulschacht (B), de persschroef (C), de filters (D en E), het lipje voor droge residuen
(F), de kom (G), de schaal en de antilektuit (H en I), de karaffen (N) en de opvanger voor
droge residuen (Q).
INGEBRUIKNAME
Monteer het apparaat zoals op de afbeeldingen weergegeven en kies de juiste filter in functie
van de bereiding:
Sapfilter (D - kleur: oranje) met een rooster met kleine gaatjes om sap te persen.
Coulisfilter (E - kleur: framboos) met een rooster met grotere gaatjes om dikkere bereidingen te
maken zoals coulis.
OPGELET: Wees voorzichtig bij het hanteren van het lipje voor droge residuen (F).
- Zorg ervoor dat het lipje voor droge residuen goed in het compartiment op de filter wordt
geplaatst. (fig. 1).
GEBRUIK
Was het voedsel dat behandeld is zorgvuldig voor gebruik.
Maak het voedsel dat u wilt persen klaar. De meeste groenten en fruit hoeven niet geschild of
ontpit te worden. Schil enkel het voedsel met een dikke schil (citrusvruchten, meloenen,
passievruchten,...). Verwijder de harde pitten (perziken, abrikozen, mango's,...) en het hart.
Snijd het voedsel dat niet in de vulschacht past in kleinere stukken.
Zet één karaf (N) onder de sapuitgang (J) en de andere karaf (N) onder de uitgang voor droge
residuen (K) (fig. 8).
Als er pulp in het sap zit, kunt u de pulpstop (O) gebruiken. Zet de stop in de karaf onder de
residuen
(niet
(FIG. 1 TOT 7)
34
I Antilektuit
J Sapuitgang
K Uitgang voor droge residuen
L Motorblok
M Aan/uit-schakelaar
N Karaffen
O Pulpstop
P Schoonmaakborstel
Q Opvanger voor droge residuen