Accu opladen
Gebruik alleen de in de technische gegevens
vermelde oplaadapparaten. Alleen deze oplaad-
apparaten zijn afgestemd op de bij het elektrische
gereedschap gebruikte lithiumionaccu.
Opmerking: De accu wordt gedeeltelijk opgeladen gele-
verd. Om de volledige capaciteit van de accu te verkrijgen,
laadt u voor het eerste gebruik de accu volledig in het oplaad-
apparaat op.
De lithiumionaccu kan op elk moment worden opgeladen
zonder de levensduur te verkorten. Een onderbreking van het
opladen schaadt de accu niet.
Druk na het automatisch uitschakelen van het
elektrische gereedschap niet meer op de aan/
uit-schakelaar. De accu kan anders beschadigd wor-
den.
Neem de voorschriften ten aanzien van de afvalverwijdering
in acht.
Accu verwijderen
De accu 9 beschikt over twee vergrendelingsstanden die
moeten voorkomen dat de accu bij het onbedoeld indrukken
van de accuontgrendelingsknop 8 uit de machine valt.
Zolang de accu in het elektrische gereedschap is geplaatst,
wordt deze door een veer op de juiste plaats gehouden.
Als u de accu 9 wilt verwijderen, drukt u op de ontgrende-
lingsknop 8 en trekt u de accu naar achteren uit het elektri-
sche gereedschap. Forceer daarbij niet.
Accu-oplaadindicatie (zie afbeelding A)
De drie groene LED's van de accuoplaadindicatie 12 geven
de oplaadtoestand van de accu 9 aan. Om veiligheidsrede-
nen kan de oplaadtoestand alleen worden opgevraagd als
het elektrische gereedschap stilstaat.
Druk op de toets 11 om de oplaadtoestand weer te geven.
Dit is ook mogelijk als de accu 9 verwijderd is.
LED
Permanent licht 3 x groen
Permanent licht 2 x groen
Permanent licht 1 x groen
Knipperlicht 1 x groen
Als er na het indrukken van de knop 11 geen LED brandt, is
de accu defect en moet deze worden vervangen.
Capaciteit
2/3
1/3
<1/3
Reserve
Zaagblad inzetten of vervangen
Neem altijd voor werkzaamheden aan het
elektrische gereedschap de accu uit het
gereedschap.
Draag werkhandschoenen bij de montage van
het zaagblad. Bij het aanraken van het zaagblad
bestaat verwondingsgevaar.
Let er bij het wisselen van zaagbladen op dat
de zaagbladopname vrij van materiaalresten
zoals hout- en metaalspanen is.
Zaagblad kiezen
Gebruik alleen zaagbladen die voor het te bewerken materi-
aal geschikt zijn.
Gebruik alleen zaagbladen met ½" universele schacht. Het
zaagblad mag niet langer zijn dan nodig is voor de gewenste
zaagsnede.
Gebruik voor het zagen van nauwe bochten een smal zaag-
blad.
Zaagblad inzetten (zie afbeelding B)
Druk het zaagblad 1 stevig in de zaagbladopname 3 tot het
hoorbaar vastklikt. De vergrendelingshuls 4 draait daardoor
ca. 90° en vergrendelt het zaagblad.
Als het zaagblad 1 niet vergrendeld wordt, draait u de ver-
grendelingshuls 4 ca. 90° in de richting van de pijl tot de huls
in de open stand wordt vergrendeld en er een klikgeluid hoor-
baar is. Druk vervolgens het zaagblad 1 nogmaals in de
zaagbladopname 3.
Controleer of het zaagblad stevig vastzit. Een
los zaagblad kan uit de zaaghouder vallen en kan u ver-
wonden.
Voor bepaalde werkzaamheden kan het zaagblad 1 ook
180° worden gedraaid (tanden wijzen omhoog) en weer
worden ingezet.
Zaagblad uitwerpen (zie afbeelding C)
Houd het elektrische gereedschap bij het uit-
werpen van het zaagblad zo, dat er geen per-
sonen of dieren gewond worden door het
uitgeworpen zaagblad.
Draai de vergrendelingshuls 4 ca. 90° in de richting van de
pijl. Het zaagblad wordt 1 uitgeworpen.
57