NEDERLANDS
Bedieningsinstructies
voor de gebruiker
Beste klant,
In dit hoofdstuk vindt u alle informatie betreffende de
werking en de bediening van de gereed geïnstalleerde
installatie.
Wij raden u echter aan, ook de veiligheidsaanwijzin-
gen in de volledige montage- en bedieningsinstruc-
ties aandachtig te lezen.
Alle herstellingen aan uw installatie dienen door de
installateur of de Wilo-servicedienst te gebeuren.
Deze installatie werkt volledig automatisch. U hoeft
de installatie dus niet te bedienen. Indien nodig kunt
u de installatie wel reinigen volgens de onderstaande
instructies.
Reiniging
Wanneer de installatie regelmatig gebruikt wordt rei-
nigt ze zichzelf. Installaties die maar af en toe werken
moeten echter om de 3 maanden ook binnenin
gereinigd worden op de volgende wijze:
Trek de netstekker uit het stopcontact. Giet een mild
reinigingsmiddel in de toiletpot en spoel door. Laat
ongeveer 5 minuten inwerken en steek de stekker
weer in het stopcontact. Spoel de WC door tot de
pomp ingeschakeld wordt en het reservoir leeg-
pompt. Spoel daarna nog eenmaal na.
Om de lange levensduur van uw installatie te verze-
keren is het aan te raden door een vakman te laten
controleren of uw pomp goed werkt en regelmatig
loopt.
1. Algemeen
Inbouw en inbedrijfname alleen door
geschoold personeel!
1.1 Toepassing
Automatisch werkende kleine oppompinstallatie met
vermaler voor de afvoer van een toilet en bijkomend
een wasbak, een douche en een bidet, waarvan het
afvalwater niet door een natuurlijk verloop naar de
riolering afgevoerd kan worden en daarom tot boven
het opstuwniveau opgepompt moet worden. De
afvoerpunten die er bijkomend op aangesloten wor-
den moeten zich in dezelfde ruimte bevinden (kleine
oppompinstallatie met beperkt gebruik). Voorts moet
er zich nog een WC boven het opstuwniveau bevin-
20
den. De installatie is uiterst geschikt voor de afvoer
van toiletten en douches op kelderverdiepingen.
Het gebruik van deze installatie dient principieel te
voldoen aan het ontwerp van norm DIN EN 12050-3,
DIN EN 12056 en de DIN-norm 1986-100.
De oppompinstallatie is niet geschikt voor het op-
pompen van vaste stoffen zoals hygiënische produc-
ten, voedselresten, stoffen met lange vezels of van
oplosmiddelen, vetten en olie. De aansluiting van een
toilet met drukspoeling is niet toegelaten.
1.2 Aansluit- en capaciteitsgegevens
– Maximale opvoercapaciteit: 4 m
– Maximale opvoerhoogte:
– Max. temperatuur te
verpompen medium:
– Spanning/frequentie:
– Opnamecapaciteit:
– Toerental:
– Nominale stroom:
– Bedrijfstype:
– Bescherming:
– Drukaansluiting:
– Toevoer:
– Neventoevoeren:
– Ontluchting:
– Afmetingen B x H x T:
– Nuttig volume:
– Gewicht:
Gelieve bij de bestelling van wisselstukken alle gege-
vens op de typeplaat van de installatie aan te geven.
2. Veiligheid
Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen, die
bij de montage en inwerkingstelling in acht genomen
dienen te worden. Daarom is het noodzakelijk dat
deze handleiding voor de montage en inwerkingstel-
ling door zowel de monteur als de gebruiker wordt
gelezen.
Men dient niet alleen te letten op de onder het hoofd-
stuk „veiligheid" genoemde algemene veiligheids-
3
/h
5,7 m
35 °C
1 ~ 230 V, 50 Hz
0,45 kW
2650 / min
2,1 A
S3 28 %, 36 s
IP 44
DN 25 /32
DN 100 met
afdichtmanchet
2 x DN 40 conform
DIN 1986 incl. blind
deksel en manchet
25 mm buiten-Ø
511 x 300 x
269 mm
12 l
7,8 kg