De bovenste handgreep bevestigen (afb. E)
Verwijder de bevestigingen (5) van de bovenste hendel,
u
de moeren (17) en de ringen (18) van de handgreep.
Houd de gaten aan de onderzijde van de bovenste
u
handgreep (3) tegenover de gaten bovenaan de onderste
handgreep (4).
Opmerking: Let erop dat het snoer zich voor de beide
handgrepen bevindt. Als dat niet zo is, kan het snoer in de war
raken en daardoor zal het misschien niet gemakkelijk zijn de
maaimachine op te bergen.
Schuif vanaf de buitenzijde van de bovenste handgreep
u
(3), de bout van de hendel door de gaten.
Schuif de ring over de bout van de hendel en monteer het
u
geheel losjes met de bout.
Draai de bovenste handgreep in de werkstand.
u
Sluit de hendel. Als deze te vast of te los zit, open dan de
u
hendel en de moer en stel de bevestiging af. Controleer
de hendels voordat u ze sluit. Zij moeten vast genoeg zijn
voor een stevige bevestiging van de handgrepen, maar zo
los dat de hendels volledig kunnen worden gesloten. Stel
ze af door de hendel te openen en de moer te draaien tot
de handgrepen stevig vastzitten.
Het motorsnoer vastzetten (afb. F)
Waarschuwing: Bevestig de kabel zo dat deze niet uittrekt of
klem komt te zitten in de handgrepen tijdens gebruik of bij het
invouwen. Hierdoor kan het snoer beschadigd raken. De kabel
(19) van de motor moet op de handgrepen worden vastgezet
met kabelklemmen (20) die al aan de handgreep zijn beves-
tigd. De kabel aan de handgreep klemmen:
Plaats de handgrepen in de werkstand, zie hoofdstuk
u
"Onderste handgreep bevestigen".
Leid de kabel omhoog langs de voorzijde van de onderste
u
en bovenste handgrepen.
Trek de kabelklem terug.
u
Schuif de motorkabel onder de klem en controleer dat
u
de kabel volledig op zijn plaats wordt gehouden door de
klem.
Zakken
Let erop dat het zijhulpstuk (24) (afb. I) en de mulch-inzet
u
(23) (afb. I) van de machine moeten worden verwijderd
voordat de zakken worden geplaatst.
Haal de kap (9) van de achterste opening omhoog en
u
plaats de grasopvangzak (8) op de maaimachine, zo dat
de zakhaken (21) op de ogen (22) rusten, zoals wordt
getoond in Afbeelding G. Breng vervolgens de kap van de
achterste opening omlaag.
Mulchen
Controleer dat het hulpstuk voor zijwaarts uitwerpen (27)
u
en de opvangzak (8) niet zijn bevestigd.
Breng de kap (9) van de achterste opening omhoog en
u
schuif de mulch-inzet (23) geheel op de maaimachine,
zoals wordt getoond in afbeelding H.
Schakel de maaimachine pas in, wanneer u hebt
u
gecontroleerd dat de afdekkap van de achterste opening
volledig sluit.
Zijopening
Controleer dat de opvangzak (8) is verwijderd.
u
(Vertaling van de originele instructies)
Breng de achterste flap (9) omhoog en schuif de mulch-
u
inzet (23) geheel op de maaimachine, zoals wordt getoond
in afbeelding H.
Breng de zijflap (25) omhoog en haak het zij-hulpstuk (24)
u
op de maaimachine, zoals wordt getoond in afbeelding I.
Laat de zijflap los en controleer dat het hulpstuk op zijn
u
plaats blijft, voor u de maaimachine inschakelt, zoals
wordt getoond in de inzet van afbeelding I.
Bediening
Waarschuwing! Laat de maaimachine op zijn eigen snelheid
werken. Overbelast de machine niet.
Hoogte van de handgreep afstellen (afb. J)
Open de beide bevestigingshendels (6) van de onderste
u
handgreep.
Stel de handgreep zo af dat de pijl (15) op de grondp-
u
laat van de maaimachine uitkomt tegenover 1 of 2 op
de grondplaat van de handgreep (16). Let erop dat de
handgreep aan de beide zijden van de maaimachine op
hetzelfde getal is gezet.
Sluit beide bevestigingshendels en controleer dat de
u
handgreep stevig is vergrendeld en de tanden ingrijpen,
zoals wordt getoond in de inzet.
Hoogte van de maaimachine afstellen (afb. K)
De maaihoogte kan worden afgesteld met de centrale
maaihoogte-afstelling, u kunt kiezen uit 7 standen.
Opmerking: Als u niet zeker weet op welke hoogte u moet
maaien, begin dan te maaien met de hoogte-afstelling (7) in
stand 7 en stel de hoogte, naar behoefte, naar beneden bij,
zoals wordt getoond in afbeelding K.
De maaihoogte instellen:
Trek de hoogte-afstelling van de maaimachine los van de
u
vergrendelingsnok.
Verplaats de hendel in de richting van de achterzijde van
u
de maaimachine als u de maaihoogte wilt laten afnemen.
Verplaats de hendel in de richting van de voorzijde van de
u
maaimachine als u de maaihoogte wilt laten toenemen.
Duw de hendel voor de afstelling van de maaihoogte vast
u
op een van de 7 vergrendelingsnokken.
Maaimachine starten
Waarschuwing! Scherp bewegend blad. Probeer nooit de
werking van deze schakelaar plus de veiligheidssleutel uit te
schakelen, Dit kan ernstige verwondingen tot gevolg hebben.
Uw maaimachine is voorzien van een speciale aan-
u
uit-schakelkast. Duw, wanneer u de maaimachine wilt
gebruiken, op de knop (26) op de schakelkast (1), trek
vervolgens de hendel voor in-/uitschakelen (2) naar de
handgreep, zoals wordt getoond in afbeelding L. Laat de
knop los en houd de hendel voor in-/uitschakelen met
beide handen vast.
Wanneer u de maaimachine wilt uitschakelen, hoeft u
u
alleen maar de hendel voor in-/uitschakelen los te laten.
Waarschuwing! Probeer nooit een schakelaar of de hendel
voor in-/uitschakelen (2) in de ingeschakelde stand te
vergrendelen.
Opmerking: Wanneer de handgreep in de oorspronkelijke
positie is teruggekeerd, activeert deze het "Automatisch
Remsysteem".
NEDERLANDS
49