Aansluitingen En Werking; Klemmenbord Cn1; Klemmenbord Cn2 - Genius BRAIN 03 Instrucciones Para El Uso

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 36

4.1. KLEMMENBORD CN1

4.1.1. V
22V
OEDING
Klemmen "VAC-VAC". Ingang waarmee het secundaire circuit moet worden verbonden met de transformator 24V~
50/60 Hz. Als de voeding afkomstig is van de transformator, wordt dat gesignaleerd doordat de led "ALIM" op het
klemmenbord brandt.
4.1.2. B
ATTERIJEN
Klemmen "+BAT - -BAT". Sluit op deze klemmen de voedingskabels van de bufferbatterijen (optioneel) aan. De be-
sturingsunit kan werken met twee bufferbatterijen met minstens de eigenschappen die worden vermeld in de tabel
van paragraaf 2. Tijdens de normale werking zorgt de besturingsunit ervoor dat de batterijen opgeladen blijven; deze
treden in werking wanneer de voeding naar de transformator uitvalt.
De voeding door middel van alleen batterijen dient als een noodsituatie te worden gezien, het aantal ma-
noeuvres dat hiermee mogelijk is, is afhankelijk van de kwaliteit van de batterijen zelf, van de constructie die
verplaatst moet worden, van hoeveel tijd er verstreken is sinds de netvoeding is uitgevallen, enz. enz.
Neem de voedingspolen van de batterijen in acht.
Neem de voedingspolen van de batterijen in acht.
4.1.3. A
4.1.3. A
CCESSOIRES
CCESSOIRES
Klemmen "+24 - -24
+24 - -24". Op deze klemmen moeten de voedingskabels van de accessoires worden aangesloten.
". Op deze klemmen moeten de voedingskabels van de accessoires worden aangesloten.
De belasting van de accessoires mag niet groter zijn dan 500 mA.
De belasting van de accessoires mag niet groter zijn dan 500 mA.
Deze klemmen hebben een gelijkstroomuitgang, let op de voedingspolen van de accessoires.
Deze klemmen hebben een gelijkstroomuitgang, let op de voedingspolen van de accessoires.
4.1.4. A
4.1.4. A
ARDE
ARDE
Klem "
". Op deze klem moet de aardkabel van de besturingsunit worden aangesloten.
". Op deze klem moet de aardkabel van de besturingsunit worden aangesloten.
De besturingsunit kan alleen correct functioneren als deze aansluiting is uitgevoerd.
De besturingsunit kan alleen correct functioneren als deze aansluiting is uitgevoerd.

4.2. KLEMMENBORD CN2

4.2. KLEMMENBORD CN2
4.2.1. M
4.2.1. M
OTORVERTRAGING
OTORVERTRAGING
Klemmen "APM1 - CHM1
APM1 - CHM1". Bij toepassingen met dubbele vleugel moet op deze klemmen de motorvertraging worden
". Bij toepassingen met dubbele vleugel moet op deze klemmen de motorvertraging worden
aangesloten die gemonteerd is op de vleugel die als eerste moet bewegen. Bij toepassingen met enkele vleugel
aangesloten die gemonteerd is op de vleugel die als eerste moet bewegen. Bij toepassingen met enkele vleugel
moet de motorvertraging op deze klemmen worden aangesloten. De belasting van de motorvertraging mag niet
moet de motorvertraging op deze klemmen worden aangesloten. De belasting van de motorvertraging mag niet
groter zijn dan 70 W.
groter zijn dan 70 W.
4.2.2. M
4.2.2. M
OTORVERTRAGING
OTORVERTRAGING
Klemmen "APM2 - CHM2
APM2 - CHM2". Bij toepassingen met dubbele vleugel moet op deze klemmen de motorvertraging worden
". Bij toepassingen met dubbele vleugel moet op deze klemmen de motorvertraging worden
aangesloten die gemonteerd is op de vleugel die als laatste moet bewegen. Bij toepassingen met enkele vleugel wordt
aangesloten die gemonteerd is op de vleugel die als laatste moet bewegen. Bij toepassingen met enkele vleugel wordt
er niets op deze klemmen aangesloten. De belasting van de motorvertraging mag niet groter zijn dan 70 W.
er niets op deze klemmen aangesloten. De belasting van de motorvertraging mag niet groter zijn dan 70 W.
4.2.3. E
4.2.3. E
LEKTROSLOT
LEKTROSLOT
Klemmen "ELS - ELS
ELS - ELS". Op deze klemmen moet het eventuele elektroslot met 12 Vdc/~ voeding worden aangesloten.
". Op deze klemmen moet het eventuele elektroslot met 12 Vdc/~ voeding worden aangesloten.
Om het ontgrendelen van het elektroslot te vergemakkelijken is het mogelijk de bokslag in te schakelen door de
Om het ontgrendelen van het elektroslot te vergemakkelijken is het mogelijk de bokslag in te schakelen door de
parameter "F" te activeren (zie paragraaf 9).
Bij toepassingen met dubbele vleugel moet het elektroslot op dezelfde vleugel worden gemonteerd als
Bij toepassingen met dubbele vleugel moet het elektroslot op dezelfde vleugel worden gemonteerd als
motorvertraging 1.
motorvertraging 1.
4.2.4. W
4.2.4. W
AARSCHUWINGSLAMP
AARSCHUWINGSLAMP
Klemmen "LAMP - LAMP". Op deze klemmen kan zowel een waarschuwingslamp als verlichting worden aangesloten,
beide met 24Vdc voeding, maximaal 15 W. De werking van deze uitgang wordt geselecteerd door middel van pa-
rameter "G", zie paragraaf 9.
Werking van de waarschuwingslamp:
Tijdens de normale werking knippert de waarschuwingslamp vooraf, zowel bij opening als bij sluiting, met een vast
ritme van 1,5 seconde. Als de veiligheden voor sluiting worden geactiveerd terwijl de poort openstaat, knippert de
waarschuwingslamp, om aan te geven dat er gewerkt wordt in het gebied waarin de poort zich verplaatst. Het wordt
geadviseerd de waarschuwingslamp aan te sluiten vóór de programmeerfase, aangezien deze de fasen ervan aan-
geeft. Gebruik een waarschuwingslamp met permanent licht, het knipperen wordt bestuurd door de unit.
Werking van de verlichting:
De verlichting blijft branden gedurende een vaste tijd van 90 seconden vanaf de OPEN-impuls, daarna gaat zij uit.
Gebruik een lamp met een voeding van maximaal 24V, 15 W.

4. AANSLUITINGEN EN WERKING

1
1
2
2
/ V
/ V
ERLICHTING
ERLICHTING
58

Hide quick links:

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Brain 04

Tabla de contenido