Installatie - Foss 5027 Manual Del Usuario

17 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN (NL)
17.1 MAXIMUM VERMOGEN
VAN APPARATEN
Waarschuwing!
Dit apparaat is voorzien van een
geaarde vermogensschakelaar voor
beveiliging tegen elektrische
schokken en mag uitsluitend aan een
geaarde contactstop aangesloten
worden.
Waarschuwing!
De ingangsspanning uitschakelen
alvorens de zekeringen te vervangen.
Waarschuwing!
Elektrische schokken. Kappen of
paneel (panelen) mogen uitsluitend
door bevoegd personeel verwijderd
worden.
NB! Om de grenzen voor de CE-goed-
keuring in stand te houden, mogen
alleen CE-goedgekeurde producten
worden aangesloten.
17.1.1 Netvoeding
Hoofdvoedingsleiding 100V/115 V/130 V/
200 V/230 V 50-60 Hz
17.1.2 Isoleren van uitwendige
ketens
De isolering van uitwendige, ontoegangkelijke
ketens is versterkt.
17.1.3 Ingangen en uitgangen
Achterkant
Impulsingangsvermogen : Standaard TTL-ingang
Tecator interface : Een standaard RS-232
interface.
17.1.4 Omgevingsomstandigh-
eden
Het apparaat kan veilig gebruikt worden bij
naleving van de volgende gebruiksvoorwaarden :
• Gebruik binnenshuis
• Tot 2000 meter hoogte.
• Temperatuur van 5 °C tot 40 °C.
• Maximale relatieve vochtigheid van 80 %
voor temperaturen tot 31 °C met een lineaire
daling tot een relatieve vochtigheid van 50 %
bij 40 °C.
• Netspanningsschommelingen mogen niet
meer dan ±10% van de nominale spanning
bedragen.
• Een kortstondig teveel aan voltage is over-
eenkomstig installatiecategorie II, hetgeen
normaal is voor dit type apparatuur.
• Verontreinigingsgraad 2.
User Manual 5000 3694 / Rev. 3

17.2 INSTALLATIE

17.2.1 Netspanning
Netspanningskeuzeschakelaar
Een netspanningskeuzeschakelaar is op de
achterkant van de monsternemer gemonteerd en
wordt gebruikt voor het instellen van de correcte
netspanning. De netspanningskeuzeschakelaar is
voorzien van de volgende standen : neutraal,
100V, 115V, 130V, 200V en 230V. Zie schema.
De monsternemer wordt geleverd met de
keuzeschakelaar in de nulstand en zonder
zekeringen.
Belangrijk!
De monsternemer nooit aan het
voedingsnet aansluiten voordat de
netspanningskeuzeschakelaar in de
gewenste stand staat en voordat de
zekeringen gemonteerd zijn.
Zekeringen
Kies de juiste zekering volgens de onderstaande
tabel:
Netspanning Zekering
100-130 V T 0.5 A
200-230 V T 0.315 A
De zekeringen volgens het onderstaande schema
monteren.
Fig. 17:1 Montage van zekeringen
17.2.2 Montage van sonde
De sonde monteren door deze in de sonde-arm te
duwen. De sonde mag maximaal 125 mm naar
beneden uitsteken.
De sonde bevestigen door het vastdraaien van de
schroef op de arm.
Voor sommige analysesystemen worden
verschillende sondes gebruikt. Deze worden
geleverd in een accessoirepakket en worden
beschreven in de handleiding van het
desbetreffende analysesysteem of de
afzonderlijke gebruiksaanwijzing die bij de
pakketten wordt geleverd.
Na het monteren van de sonde verifiëren of de
sonde-arm in de groef past door deze voorzichtig
5027 Sampler
5027027a
17:1