Hoofdstuk 4
4
Elektrische installatie
Aanwijzing
ATTENTIE
ATTENTIE
8 008 631/P134/20-12-04 © SICK AG •
264
Elektrische installatie
De elektrische aansluitingen moeten overeenkomstig de uit-
voering van het apparaat worden uitgevoerd (zie aansluitteke-
ningen in de bijlage). Bij de uitvoeringen met apparaatstekker
moet op de aangegeven codering worden gelet. Deze moet
overeenstemmen met de codering van de leidingdoos. De co-
dering dient het aansluiten van een ongeschikte versie (andere
voedingsspanning, andere reikwijdte) te vermijden.
Beide contacten van de testingang van de zendeenheid moe-
ten tijdens de werking aangesloten zijn. Het testen (ten minste
75 ms openen en weer sluiten) met bij een vrije lichtweg ge-
beuren – dit heeft het afnemen van het uitgangsrelais ten ge-
volg.
Voor spanningsvrije toestand zorgen!
De elektrische aansluiting van de WSU/WEU of de verandering
hiervan mag alleen in spanningsloze toestand gebeuren.
Voor het aansluiten van de WSU/WEU met PG-schroefverbin-
ding moet het deksel van het huis eraf geschroefd worden.
Beide maakcontacten gebruiken!
Er moeten ten minste twee uitgangen met de achtergeschakel-
de besturing van de MA worden verbonden (afb. 4, 5, 7, 9
bijlage). Aan elk van de beide uitgangen (maakcontacten) moet
een elektromagnetisch schakelelement (relais) worden toege-
kend.
Veiligheidstechniek • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
Gebruiksaanwijzing
WSU/WEU 26/2