4.3
SCHOONBRANDEN ("GOUGE" SNIJWIJZE).
UITSLUITEND VOOR DE LASTOORTS CP 162C
GOUGE
MILD STEEL
Air 5.5 bar
Selecteer het schoonbranden om dergelijke werkzaam-
heden te kunnen verrichten. Deze werkwijze is uitsluitend
beschikbaar voor de handbediende lastoorts.
Raadpleeg paragraaf 4.1 voor het instellen van het ma-
teriaal, het gas en de snijstroom en het regelen van de
bedrijfsdruk.
Met deze handeling kunt u defecte lassen verwijderen,
gelaste stukken van elkaar losmaken, flappen voorbe-
reiden, enz. Maak voor deze handeling gebruik van een
mondstuk ø 3,1 mm.
De te gebruiken stroomwaarde varieert afhankelijk van
de dikte en de hoeveelheid te verwijderen materiaal van
60 tot 130 A. Voer de handeling uit met een gekantelde
toorts (afb.6). Verplaats de toorts naar het gesmolten ma-
teriaal zodat het gas, dat uit de toorts stroomt, het mate-
riaal verwijdert. De kanteling van de toorts ten opzichte
van het stuk is afhankelijk van de gewenste penetratie.
Gesmolten afvalmateriaal kan zich tijdens het proces aan
het mondstukhouder en de bescherming vasthechten.
Reinig het mondstukhouder en de bescherming regelma-
tig om te voorkomen dat zich fenomenen (dubbele boog)
kunnen voordoen die in een aantal seconden het mond-
stuk kunnen vernietigen.
We raden een zorgvuldige bescherming van de opera-
tor en de personen die zich in de nabijheid van de werk-
plaats bevinden aangezien zich tijdens dit proces sterke
stralingen (ultraviolet en infrarood) kunnen ontwikkelen.
Schakel aan het einde van de bewerking de machine
uit.
Afb. 6
106
110 A
Ø 1.50
CP162C
5. CONSUMPTIEMATERIAAL VERVANGEN
BELANGRIJK: schakel de generator uit alvorens u
het consumptiemateriaal vervangt.
Met verwijzing naar afb. 8 en 8/A, voor de lastoorts CP
162 C en Afb. 9 voor de lastoorts CP 70C zijn de volgende
slijtagegevoelige onderdelen aanwezig: de elektrode A,
de diffuser B, het gasmondstuk C en de bescherming
van het gasmondstuk E. Deze onderdelen moeten wor-
den vervangen na de mondstukhouder D te hebben los-
gedraaid. In het geval van de lastoorts CP 162C kan de
reiniging van de binnenkant van de diffuser B nodig zijn.
Gebruik hiervoor het specifieke gereedschap dat is aan-
gegeven in afbeelding 8/A. Vervang de elektrode A als
deze in het midden een krater met een diepte van onge-
veer 1,2 mm vertoont
A
B
C
D
E
Afb.8
OPGELET: Schroef de elektrode niet met geweld los; oe-
fen een geleidelijke kracht uit tot de draad loskomt. De
nieuwe elektrode moet in de zitting worden geschroefd
en worden vastgezet, maar niet helemaal aangedraaid.
De snijhuls C moeten worden vervangen wanneer de
opening beschadigd is of breder is geworden in verge-
lijking met een nieuw onderdeel. Wanneer de vervanging
van de elektrode of de snijhuls wordt uitgesteld, zullen
deze onderdelen oververhit raken en zal de luchtverdeler
B minder lang meegaan. Controleer of de snijhulshouder
D goed vastzit na het vervangen.
Afb. 9
A
B
C
D
E
Afb.8/A
LET OP: draai de mondstuk-
houder D op de toorts als de
elektrode A, de diffuser B,
het mondstuk C en de be-
scherming van het mondstuk
E gemonteerd zijn.
Als een van deze onderde-
len niet aanwezig is, zal het
apparaat niet goed werken
en komt de veiligheid van
de gebruiker in gevaar.
B