Standaard/
Materiaalcode
optioneel
Standaard
Standaard
Standaard
Standaard
Optioneel
3.6 Mechanische pakking
Ongebalanceerde enkele mechanische pakking con-
form EN 12756, versie K Afmetingen.
3.7 Toepassingslimieten
Maximale werkdruk
Dit stroomschema geeft de maximale werkdruk
weer, afhankelijk van het model pomp en de tempe-
ratuur van de gepompte vloeistof.
p [bar]
20
15
10
CC, CB, CN, CR
5
0
-40
-20
0
20
40
P
+ P
≤ PN
1max
max
P
Maximale aanvoerdruk
1max
P
Maximale werkdruk die door de pomp gege-
max
nereerd wordt
PN
Maximale bedrijfsdruk
Intervallen van de vloeistoftemperatuur
Uitvoering Pakking
Standaard
EPDM
Optioneel
FPM (FKM) -20°C
1) Deze limiet verwijst naar heet water
Neem voor bijzonderheden contact op met de afde-
ling Verkoop en Service.
Maximumaantal starts per uur
kW
0,25 -
4,00 -
3,00
7,50
Starts
60
40
per uur
Materiaal be-
huizing/rotor-
blad
CC
Gietijzer/Gietij-
zer
CB
Gietijzer/Brons
CS
Gietijzer/Gefa-
briceerd roest-
vrijstaal
CN
Gietijzer/Roest-
vrijstaal
CR
Gietijzer/Duplex
BQ
EGG-WA
U
AEGG
1
3
Q
Q
EGG
1
1
BQ
VGG
1
Q
Q
VGG
1
1
60
80
100
120
140
160
t [°C]
Minimum
Maximum
-25°C
140°C
1
(-13°F)
(284°F)
90°C
1
(-4°F)
(194°F)
11 - 15 18,5 -
30 - 37
22
30
24
16
nl - Vertaling vanuit het origineel
Geluidsniveau
Voor de gemeten geluidsdrukniveaus voor het op-
pervlak van de pomp alleen en de pomp uitgerust
met standaard motor, zie
4 Installatie
Voorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWING:
• Neem de geldende regels ter voorko-
ming van ongelukken in acht.
• Gebruik geschikte apparatuur en be-
schermingsmiddelen.
• Raadpleeg altijd de lokale en/of natio-
nale wet- en regelgeving, en gelden-
de regels met betrekking tot het se-
lecteren van de locatie voor de instal-
latie, en de aansluitingen voor water
en stroom.
ELEKTRISCH GEVAAR:
• Zorg dat alle aansluitingen worden
uitgevoerd door gekwalificeerde tech-
nicus in overeenstemming met de
geldende regelgeving.
• Voordat u begint met werkzaamhe-
den aan het apparaat, dient u ervoor
te zorgen dat het apparaat en het be-
dieningspaneel gescheiden zijn van
de elektrische voeding en niet kun-
nen worden ingeschakeld. Dit is ook
van toepassing op het regelcircuit.
Aardgeleiding (massa)
ELEKTRISCH GEVAAR:
• Sluit altijd eerst de externe be-
schermgeleider op de aardedraad
aan voordat u andere elektrische ver-
bindingen aansluit.
• U moet alle elektrische apparatuur
aarden. Dit geldt zowel voor de
pompuitrusting en de aandrijving als
voor de bewakingsapparatuur. Test
de aardegeleider om te controleren of
deze goed is aangesloten.
• Als de motorkabel per ongeluk is los-
getrokken, moet de aardegeleider
(massa) de laatste geleider zijn die
van de aansluiting losraakt. Zorg dat
de aardegeleider (massa) langer is
dan de fasegeleiders. Dit geldt voor
beide uiteinden van de motorkabel.
• Breng extra beveiliging aan tegen do-
delijke schok. Installeer een hoogsen-
sitieve differentiaalschakelaar (30
mA) [residual current device RCD]
(apparaat voor reststroom).
4.1 Eisen aan de installatie
4.1.1 Locatie van de pomp
GEVAAR:
Gebruik deze pomp niet in omgevingen
waarin mogelijk ontvlambare/explosieve
Tabel 7
.
69