7.
Met de motorkap/het koppelsysteem achter de maaier
plaatst u het onderste sleufgedeelte van de koppelstangen
over de koppelingspennen aan de onderkant van de
kantelbeveiliging.
Opmerking: zorg ervoor dat de borgpen (H) over de voorkant
van de koppelstangen is gehaakt.
8.
Til de achterkant van de motorkap omhoog en bevestig
de vrije uiteinden van de banden aan de bovenste
pennen in de kantelbeveiliging. Zet ze vast met ringen en
bevestigingen.
9.
Ontgrendel de kapvergrendelingen (I) van de motorkap en
open de motorkap. Als de motorkap niet open blijft, draait u
de kapscharnierbouten licht aan.
10. Monteer opvangzakken (J) en sluit en vergrendel de kap.
11. Bevestig de slang tussen de kap en de blazereenheid.
MONTEREN
H
I
J
GEGOTEN GEWICHTEN MONTEREN
1.
Plaats de montagesteun (A) op de framebuis net achter
het zwenkwieldraaipunt (B).
OPMERKING: Montagesteunen kunnen zowel aan de
binnenzijde als de buitenzijde van de framebuis worden
geplaatst.
2.
Druk op de montagesteun totdat deze goed op zijn plaats
klikt op het frame.
3.
Druk het gegoten gewicht (C) in de montagesteun en
vergrendel de ontgrendelingshendel (D) tegen de zijkant
van de framebuis.
4.
Plaats de blokkeerpen (E) door het gat in de
montagesteun om het gewicht vast te zetten.
C
A
48
E
D
B