WAARSCHUWING! DEZE MACHINE IS IN
STAAT HANDEN EN TENEN TE AMPUTEREN EN
VOORWERPEN TE LANCEREN. ALS U ZICH NIET
AAN DE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES HOUDT, KAN DIT
LEIDEN TOT ERNSTIG OF DODELIJK LETSEL.
Algemene werking
• Gebruik de maaier NIET met een grasopvangbak tenzij
de gewichten aan de voorkant zijn bevestigd. Zorg dat u
alle instructies in de handleiding en op de machine hebt
gelezen, begrepen en opgevolgd.
• Houd de machine vrij van gras, bladeren of ander vuil dat
zich kan ophopen en de hete uitlaat/motoronderdelen kan
raken en vlam kan vatten. Laat het maaidek geen bladeren
of ander vuil omploegen, omdat dat zich dan in de machine
kan verzamelen.
• Stop de motor voordat u de grasopvangbak verwijdert of
een verstopping uit de uitworp haalt.
• Gebruik de maaier niet zonder dat de volledige
grasopvangbak of de beschermkap op zijn plaats zit. Houd
rekening met de afvoerrichting van de maaier en richt de
afvoeropening nooit op personen.
• Haal voorwerpen, zoals stenen, speelgoed en draad, uit
de buurt, omdat deze door de messen kunnen worden
opgepakt en weggeslingerd.
• De machine mag alleen worden gebruikt door
verantwoordelijke volwassenen die bekend zijn met de
instructies.
• De eigenaar en de gebruiker van deze machine kunnen
ongevallen voorkomen en zijn verantwoordelijk voor
ongevallen of letsel waarbij zijzelf of andere personen of
eigendommen betrokken zijn.
• Zorg ervoor dat er zich geen mensen en dieren in het
gebied bevinden voordat u begint met maaien. Stop de
machine als iemand dichterbij komt.
• Vervoer nooit passagiers of kinderen, zelfs niet met de
messen uitgeschakeld.
• Maai niet achteruit, tenzij het absoluut nodig is. Kijk altijd
omlaag en achter u vóór en tijdens het achteruitrijden.
• Ga langzamer rijden voordat u een bocht neemt.
• Laat de machine nooit onbeheerd achter terwijl de motor
draait. Alvorens de machine te verlaten dient u altijd de
bladen uit te schakelen, de handrem in te schakelen, de
motor uit te schakelen en de sleutels te verwijderen.
• Schakel de messen uit wanneer u niet maait.
• Maai alleen bij daglicht of goed kunstlicht.
• Bedien de machine niet wanneer u onder invloed van
alcohol of drugs bent.
• Let op het verkeer als u nabij wegen rijdt of deze kruist.
• Wees extra voorzichtig als u de machine op een aanhanger
of vrachtwagen laadt of lost.
• Uit onderzoek is gebleken dat gebruikers van 60 jaar en
ouder vaak zijn betrokken bij ongevallen met zitmaaiers.
Deze gebruikers moeten beoordelen of ze beschikken
over voldoende vermogen om de zitmaaier veilig genoeg
te bedienen, om henzelf en anderen tegen ernstig letsel te
beschermen.
• Verwijder gemorste olie of brandstof voordat u de machine
bedient of opslaat.
• Laat de machine afkoelen voordat u hem opslaat.
VEILIGHEID
Gebruik op hellingen
Op hellingen gebeuren vaak ongevallen door verlies van
controle over de machine of omslaan, wat kan leiden tot ernstig
of dodelijk letsel. Wees extra voorzichtig op alle hellingen. Als
u niet achteruit de helling op kunt rijden of als u zich daar niet
prettig bij voelt, maai de helling dan niet.
WEL DOEN
• Maai de hellingen van boven naar beneden en terug (max.
10°), niet dwars.
• Verwijder voorwerpen zoals stenen, takken, enz.
• Pas op voor gaten, geulen of hobbels. De machine kan door
ongelijkmatig terrein omslaan. Obstakels kunnen moeilijk te
zien zijn door hoog gras.
• Gebruik lage snelheid. Kies een lage snelheid zodat u op
de helling niet hoeft te stoppen.
• Wees extra voorzichtig wanneer u grasopvangbakken of
andere hulpstukken gebruikt. Deze kunnen de stabiliteit van
de machine beïnvloeden.
• Houd alle bewegingen op de helling langzaam en
gelijkmatig. Vermijd abrupte veranderingen in snelheid en
richting.
• Vermijd starten of stoppen op hellingen. Als de banden grip
verliezen, schakel dan de bladen uit en rijd langzaam recht
de helling af.
NIET DOEN
• Draai niet op hellingen als dit niet nodig is. Draai daarna
indien mogelijk langzaam en geleidelijk naar beneden.
• Maai niet in de buurt van steile hellingen, greppels of dijken.
De maaier kan plotseling omslaan als een van de wielen
over de rand rijdt van een klif of greppel of als de rand
instort.
• Maai niet op nat gras. Verminderde tractie kan leiden tot
schuiven.
• Probeer de machine niet te stabiliseren door uw voet op de
grond te zetten.
Service
• Onderdelen van de grasopvangbak zijn onderhevig aan
slijtage, schade en aantasting, waardoor bewegende
delen bloot kunnen komen te liggen of voorwerpen
kunnen worden weggeslingerd. Controleer regelmatig de
onderdelen en vervang deze indien nodig door onderdelen
die door de fabrikant worden aanbevolen.
• Het gebruik van een maaier kan tot gevolg hebben dat
er vreemde voorwerpen worden uitgeworpen; deze
kunnen in de ogen terechtkomen met mogelijk ernstig
oogletsel als gevolg. Draag altijd een veiligheidsbril of
gezichtsbescherming tijdens het gebruik van uw maaier of
tijdens het afstellen of repareren van de machine. Voor het
beschermen van uw gezichtsvermogen raden we aan dat u
een breed veiligheidsmasker draagt dat over een bril past of
dat u een standaard veiligheidsbril gebruikt.
• Zorg dat de moeren en bouten, vooral die waarmee de
messen zijn bevestigd, goed zijn vastgedraaid en zorg dat
de uitrusting in goede staat is.
• Blijf van de veiligheidsvoorzieningen af. Controleer
regelmatig op een juiste werking.
• Houd de machine vrij van gras, bladeren en andere
vuilophoping.
• Ruim gemorste olie of brandstof op.
• Laat de machine afkoelen voordat u hem opbergt.
• Stop en controleer het apparaat als u een voorwerp raakt.
Repareer de machine waar nodig voordat u de machine
weer start.
• Voer nooit aanpassingen of reparaties uit terwijl de motor
draait.
43