Aanwijzing – Invoer
• Houd de UP-toets (4) en de DOWN-toets (5) ingedrukt om de waarden
sneller te kunnen selecteren.
• Door het knipperen van de geselecteerde positie wordt aangegeven dat
deze kan worden ingesteld.
Aanwijzing
• De instelling van de dag van de week vindt dankzij de handmatige
datuminstelling automatisch plaats.
• De instellingen worden automatisch beëindigd indien er langer dan 20
seconden geen invoer plaatsvindt. De instellingen die tot dan toe zijn
uitgevoerd, zijn dan niet opgeslagen!
5.2 Instelling en werking van de wekker
• Druk in de normale tijdmodus eenmaal op de MODE-toets (2) om de
wekkerfunctie in te stellen. In de display wordt ALM weergegeven.
• Houd de SET-toets (3) gedurende ca. twee seconden ingedrukt. De weergave
van de uren begint te knipperen.
• Druk op de UP-toets (4) of de DOWN-toets (5) om de uren van de wektijd
te selecteren en bevestig de selectie door op de SET-toets (3) te drukken.
De weergave van de minuten begint te knipperen.Herhaal deze procedure
voor de minuten van de wektijd. Vervolgens worden deze instellingen met de
MODE-toets bevestigd.
• Druk tweemaal op de MODE-toets (2) om de start-display op te roepen.
• Om de wekkerfunctie te activeren moet door eenmaal op de MODE-toets (2)
te drukken naar de ALM-modus worden overgeschakeld. Indien u éénmaal
op de UP-toets (4) drukt, verschijnt het belsymbool
het alarm ingesteld.
• Indien u tijdens het weksignaal op de DOWN-toets (5) drukt, wordt het
weksignaal gedurende 4 minuten onderbroken en dan opnieuw in werking
gesteld. Het (
• Indien er geen toets wordt bediend, schakelt de wekker automatisch over
naar de snooze-functie, het weksignaal wordt eveneens gedurende 4 minuten
onderbroken en dan opnieuw in werking gesteld. Het (
knippert.
• Druk op een willekeurige toets (behalve de DOWN-toets) om het alarm/ de
snooze-functie te beëindigen.
Aanwijzing
• Bij geactiveerde wekfunctie klinkt de wekmelodie dagelijks op de ingestelde tijd.
• Om de wekkerfunctie volledig te deactiveren, drukt u op de MODE-toets
(2) en vervolgens driemaal op de UP-toets (4) totdat in de display het
symbool niet meer wordt weergegeven. Druk tweemaal op de MODE-toets
(2) om naar de start-display terug te keren. In de display wordt
meer weergegeven.
5.3 Hoogste en laagste waarde (MAX / MIN)
• Het basisstation slaat automatisch de hoogste en laagste waarden van de
temperatuur en luchtvochtigheid voor binnen op.
• Druk herhaalde malen op de UP-toets (4) om tussen de weergave van de
actuele temperatuur, hoogste temperatuur (MAX) en laagste temperatuur
(MIN) om te schakelen.
• Houd de UP-toets (4) gedurende ca. 2 seconden ingedrukt om de opgeslagen
hoogste en laagste waarden te resetten.
28
en : ) symbool knippert.
op de display en is
en : ) symbool
niet