4. Inbedrijfstelling
Open het deksel van het batterijvak (10), plaats een AA-batterij met de polen in de
juiste richting en sluit het deksel van het batterijvak (10) weer. De thermometer is nu
gereed voor gebruik.
5. Montage
U kunt de thermometer naar keuze met behulp van de uitklapbare voet (9) aan de
achterzijde op een vlak oppervlak opstellen of deze met behulp van de uitsparing (8)
op de achterzijde aan een wand monteren.
Aanwijzing
• Voor het meten van de buitentemperatuur dient zich de buitensensor (7) buiten
het gebouw te bevinden.
• Let erop dat de buitensensor tegen direct zonlicht en regen is beschermd.
• Let erop dat het maximale bereik tussen thermometer en buitensensor (7) door
de kabellengte circa 150 cm bedraagt. Het is om die reden aan te bevelen de
thermometer in de buurt van een raam of deur enz. te plaatsen.
• Let erop dat de kabel van de buitensensor niet te sterk wordt ingeklemd, over
scherpe randen wordt gelegd of op een andere manier wordt beschadigd.
Waarschuwing
Controleer voordat u de houder monteert of de wand geschikt is voor het gewicht
dat u gaat aanbrengen en controleer vervolgens of er zich op de montageplaats in
de wand geen elektrische kabels, water-, gas- of andere leidingen bevinden.
6. Gebruik
• Voor zover u geen instellingen wijzigt, is de thermometer in de fabriek zodanig
ingesteld dat de actuele buiten- en binnentemperatuur op de display (1 / 2) worden
weergegeven.
• De thermometer slaat de maximale en minimale waarden van de buiten- benevens
de binnentemperatuur automatisch op.
• Druk op de MAX / MIN – toets buitentemperatuur (3) / MAX / MIN – toets
binnentemperatuur (5) teneinde de hoogste waarde van de buitentemperatuur /
binnentemperatuur sinds de laatste Start/Reset te laten weergegeven.
• Druk nogmaals op de MAX / MIN – toets buitentemperatuur (3) / MAX / MIN –
toets binnentemperatuur (5) teneinde de laagste waarde van de buitentemperatuur /
binnentemperatuur sinds de laatste Start/Reset te laten weergegeven.
28