3. ZaaGSEL vERwIjDEREN (Zie E)
De zaag is geleverd met een verloopstuk voor
een slang van die gekoppeld kan worden aan
de afzuigopening op de zaag. De slang kan
gekoppeld worden aan een natte of droge
stofzuiger (alles apart leverbaar). Hiermee
verwijdert u stof, zaagsel en losse stukjes uit
het zaaggebied.
OPMERKING: Gebruikt u de zaag met
stofafzuiging, dan kan het na een langdurige
bewerking gebeuren dat stof zich achterop
de voet ophoopt waardoor u niet tot de volle
diepte kunt werken. Dit kunt u voorkomen
door het stof af en toe los te schudden.
4. PLaSTIC KaP vOOR vOETPLaaT
(Zie F1, F2)
De zaag is geleverd met een plastic kap
voor de voetplaat. Monteer hem op de
voetplaat als u een werkstuk bewerkt met
een tere oppervlakte (afwerking) zoals vinyl,
plastic, fiberglas, laminaatvloer en tegels die
gemakkelijk zouden gekrast kunnen worden
met de stalen voetplaat.
72
BEDIENINGSINSTRUCTIES
1. vEILIGHEIDSSCHaKELaaR (Zie G)
De schakelaar is geblokkeerd om
onbedoeld starten te voorkomen. Druk op
de deblokkeerknop en daarna op de aan/
uitschakelaar. Laat daarna de deblokkeerknop
los. De schakelaar is nu aan. Om uit te
schakelen laat u de schakelaar weer los.
OPMERKING: Wordt de machine niet
gebruikt, dan rust de blokkeerschakelaar tegen
de beschermkap om een onbedoelde start te
voorkomen.
2. DE ZaaGDIEPTE INSTELLEN
OPMERKING: Met de juiste diepte gaat het
zagen gemakkelijker en wordt de kwaliteit
beter.
Gebruik steeds de minimale diepte om door
het materiaal te zagen plus ongeveer 3 mm.
Een te grote zaagdiepte veroorzaakt splinters
in hout, afgebroken stukjes van tegels en
bramen in plaatstaal aluminium (waardoor het
mes snel bot wordt).
De maximale diepte kan worden gebruikt
Mini-Cirkelzaag
bij het zagen van interne openingen in hout,
aangezien het dan niet nodig is verder te
zagen
1) Bepaal de gewenste diepte, afhankelijk van
de dikte van het materiaal plus een ruimte
van 1/8" (3 mm) voor het zaagblad.
2) Deblokkeer de instellings- en blokkeerknop
vaan de zaagdiepte en –lengte. (Zie H1)
3) Schuif de indicator voor de zaagdiepte naar
de gewenste diepte. Blokkeer de diepte-
instelling. (Zie H2)
Maakt u een opening in het midden (of
binnenste) van het werkstuk, door de
smalle gleuf, dan ziet u gemakkelijk de
door u getekende markering en de plaats
waar het zaagblad in het werkstuk zal
komen, afhankelijk van de geselecteerde
zaagbladdiepte.
Oefen dit altijd op een stuk afval, zodat
u bekend bent met de werking. De
geselecteerde zaagdiepte is nu ingesteld.
Laat u het zaagblad met de hand zakken, dan
daalt het tot de geselecteerde diepte onder de
voetplaat.
3. LaSERGIDS
De laser dient als zaaggeleider en toont
een rode lijn op de oppervlakte van het
materiaal. Die lijn is precies in lijn met de
uitlijningsindicator van het zaagblad.
Druk op de aan/uitschakelaar (5) van de laser
om de laser in te schakelen.
Druk opnieuw op de aan/uitschakelaar om de
laser uit te schakelen. (Zie I)
OPMERKING: Maak de lasergenerator
geregeld schoon.
waaRSCHUwING: Richt de straal
nooit op een persoon of een voorwerp,
anders dan het werkstuk. De straal van de
laser is zeer gevaarlijk voor de ogen.
waaRSCHUwING: Is de laser niet in
gebruik, schakel hem dan uit om de
batterijen te sparen.
De laserbatterijen vervangen (Zie j1-j6)
De zaag wordt geleverd met reeds
gemonteerde laserbatterijen. Raken ze leeg,
dan vervangt u ze als volgt:
Gebruik batterijen van 1,5V, model LR44, zoals
ook in rekenmachines, camera's en kleine
elektronica worden gebruikt.
NL