E
F
G
Key 2 (HEX) Key 3 (HEX) Key 4 (HEX)
H
I
J
Afb. 11: Netwerkconfiguratie (voorbeeld)
AANWIJZING
Sommige handheld terminals of computerondersteunde
gereedschappen vereisen de invoer van de JoinKeys
(Key 1 ... Key 4) in decimale tekens.
De JoinKey kan om veiligheidsredenen niet op de handheld
terminal worden uitgelezen.
16 - NL CI/TTF300-W-X1 Rev. A | TTF300-W
7.4.3
De TTX300-W DTM maakt de toegang tot alle parameters en
gegevens mogelijk die voor de communicatie en inbedrijfname
van het apparaat relevant zijn.
Nadat het apparaat door de gateway met het draadloze
netwerk is verbonden, kan de DTM zowel met de bedrade als
draadloze interface worden gebruikt, overeenkomstig de
functies van de FDT-randapplicatie en de gateway.
Normaliter vindt de verbinding met de gateway via ethernet
plaats. Dit maakt, afhankelijk van de netwerkrichtlijnen, de
externe toegang tot het WirelessHART-netwerk en de TTF300-
W mogelijk via intranet of ethernet.
De door ABB ter beschikking gestelde of aanbevolen
onderdelen en gereedschappen kennen geen beperkingen
t.a.v. de communicatie-interface.
7.4.4
Normaliter moeten het NetworkID en de JoinKey worden
ingesteld om een draadloos apparaat met een bestaand
netwerk te verbinden. De JoinKey en het NetworkID worden
ook in de gateway ingesteld en moeten met de in de TTF300-
W ingestelde waarden overeenkomen.
Bij de volgende beschrijving wordt aangenomen dat een
wijziging van de netwerkparameters van het apparaat nodig is
voor de verbinding met een netwerk.
De DTM moet via een bedrade interface op de HART-
Maintenance-Port van de TTF300-W worden aangesloten. Na
het zoeken naar het apparaat en het oproepen van de
onlinemodus moet het dialoogvenster "Network settings"
worden opgeroepen:
A11097
Configuratie via Device Type Manager (DTM)
Inbedrijfname via de Device Type Manager