F
GB
D
INSTELLINGEN
ZAAGBLAD VERWISSELEN (afb. 11)
WAARSCHUWING
De grootste zaagbladdiameter die u op uw
zaagmachine kunt gebruiken, is 315 mm.
Gebruik nooit een te dik zaagblad waardoor de
buitenflens zich niet goed in de pasvlakjes van
de as kan schuiven. Te grote zaagbladen zullen
de beschermkappen raken en door te dikke
zaagbladen kan het zaagblad niet goed op de as
bevestigd worden met de zaagbladbout.
Deze situaties kunnen ongelukken en ernstig
lichamelijk letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING
De machine kan ongewild in werking treden en
ernstig lichamelijk letsel veroorzaken als de
stekker van de zaagmachine niet uit het
stopcontact is getrokken.
Trek de stekker van de zaagmachine uit het
■
stopcontact.
Zet de zaagkop helemaal omhoog.
■
Verwijder schroef A (afb. 11).
■
Druk op de ontgrendelhendel (20) van de onderste
■
zaagbladbeschermkap en zet de onderste
zaagbladbeschermkap (4) zo ver mogelijk weg van
het zaagblad. De afscherming (C) van de
zaagbladbout wordt tegelijkertijd verplaatst, waardoor
u toegang krijgt tot de zaagbladbout (B) (afb. 11).
Druk de asvergrendelingsknop (15) in. Laat het
■
zaagblad draaien totdat de as zich blokkeert en het
zaagblad niet meer kan draaien (afb. 1).
Houd de asvergrendeling met de ene hand ingedrukt
■
en draai met de andere hand de zaagbladbout los
door deze rechtsom te draaien met de dopsleutel.
Verwijder de zaagbladbout, de buitenflens en het
■
zaagblad.
Schuif het nieuwe zaagblad op de as, met de tanden
■
naar beneden gericht.
Zet de buitenflens van het zaagblad terug op zijn
■
plaats en draai daarna de zaagbladbout stevig aan.
Houd de knop van de asvergrendeling (15) daarbij
ingedrukt (afb. 1).
Breng de afscherming van de zaagbladbout en de
■
onderste zaagbladbeschermkap weer op hun plaats.
Zet schroef A terug op zijn plaats en draai deze stevig
■
aan (afb. 11).
Controleer of het nieuwe zaagblad goed is uitgelijnd
■
voordat u de zaagmachine aan zet.
NL
E
I
P
S
DK
N
FIN
Nederlands
ZAAGDIEPTE INSTELLEN (afb. 8)
Draai de vleugelmoer (B) iets los (afb. 8).
■
Stel de knop (A) af op de gewenste diepte (afb. 8).
■
Zet de vleugelmoer vast tegen de aanslag (C) (afb. 8).
■
Opmerking: Als u een sleuf wilt maken in een
werkstuk, maakt u een eerste zaagsnede en tilt u
daarna de zaag uit het werkstuk. Verplaats het
werkstuk iets naar links of naar rechts en maak
vervolgens een tweede zaagsnede zodat u de
gewenste sleufbreedte verkrijgt.
VERLENGARMEN MONTEREN (afb. 9)
Draai de spanschroef (A) van de verlengarmen los
■
(afb. 9).
Steek de twee stangen van een verlengarm in de
■
daarvoor bestemde gaten in het voetstuk.
Zet de schroef weer vast.
■
SCHROEFKLEM (afb. 10)
Steek de stang (12) van de schroefklem in het
■
bevestigingsgat dat het beste geschikt is voor de
zaagsnede die u wilt maken. Er bevinden zicht twee
bevestigingsgaten (A) aan beide kanten van de zaag
(afb. 10).
Draai de schroef (B) vast die hoort bij het gekozen
■
gat (afb. 10).
Plaats het werkstuk op de werktafel van de
■
zaagmachine.
Stel de schroefklem (12) zo af dat het werkstuk stevig
■
wordt vastgehouden.
Opmerking: u zou eventueel een stukje hout tussen
de schroefklem en het werkstuk kunnen plaatsen
zodat de klemkracht gelijkmatiger wordt verdeeld.
Dit voorkomt ook dat de schroefklem sporen achterlaat
op het werkstuk (vooral bij zachte houtsoorten).
LASERGELEIDER GEBRUIKEN
Teken met een potlood de zaaglijn af op het werkstuk.
■
Regel de verstekhoek en/of de afschuinhoek al naar
■
gelang de zaagsnede die u wilt maken.
Zet de lasergeleider aan door op de aan/uit-
■
schakelaar (1) te drukken (afb. 1).
Leg het werkstuk op de draaitafel tegen de
■
achteraanslag (13) en plaats het zodanig dat de
afgetekende zaaglijn precies overeenkomt met de
laserlijn.
Zet het werkstuk goed vast met behulp van de klem
■
(zie het gedeelte "Schroefklem").
67
GR
H
CZ
RUS
RO
PL