Houd de machine altijd met beide handen bij de
hiervoor bestemde handgrepen vast, zorg ervoor
dat u stevig staat en werk geconcentreerd.
Gevaar voor letsel door scherp zaagblad.
Pak nooit een bewegend zaagblad vast! Verwijder
spanen en dergelijke uitsluitend bij uitgeschakelde
en stilstaande machine.
Het accupack uit de machine nemen wanneer deze
niet wordt gebruikt.
5. Overzicht
Zie pagina 2.
1 Opbergvak voor zeskantsleutel
2 Zeskantsleutel
3 Schroeven voor het instellen van de aanslag
4 Aanslag
5 Zaagblad-spaninrichting
6 Hendel van de zaagblad-spaninrichting
7 Voorste handgreep
8 Inschakel-blokkeerknop
9 Drukschakelaar
10 Achterste handgreep
11 Accu-pack-ontgrendeling
12 Accu-pack
13 Toets voor de indicatie van de capaciteit
14 Capaciteits- en signaalindicatie
6. Montage,
inbedrijfstelling, instellen
Accu-pack uit de machine nemen voordat instel- of
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd worden.
6.1
Accu-pack
Het accupack (12) voor gebruik opladen.
Laad het accupack bij vermogensverlies weer op.
Li-Ion-accupacks „Li-Power" hebben een
capaciteits- en signaalindicatie (14):
- Druk op toets (13)en de laadtoestand wordt door
de LED-verlichting aangegeven.
- Wanneer een LED-lampje knippert, is het accupack
bijna leeg en moet het weer opgeladen worden.
Uitnemen:
De toets voor de accupack-ontgrendeling (11)
indrukken en het accupack (12) er naar voren
uittrekken.
Inbrengen:
Accupack (12) erop schuiven tot het inklikt.
6.2
Zaagblad inbrengen, uitnemen
Raak niet direct na het werk het zaagblad aan,
omdat dit bijzonder heet kan zijn en
verbranding van de huid kan veroorzaken.
1 Hendel (6) van de zaagblad-spaninrichting naar
boven klappen en vasthouden.
2 Zaagblad tot aan de aanslag inbrengen of
uitnemen.
3 Hendel (6) loslaten.
4 Controleer of het zaagblad goed is bevestigd.
Aanwijzing: Mocht het zaagblad afgebroken zijn
en niet met de hand uit de zaagblad-spaninrichting
verwijderd kunnen worden, klap de hendel (6) dan
naar boven en houd hem vast. Haak vervolgens de
punt van een zaagblad aan het afgebroken deel aan
en trek het uit de snelspaninrichting. Een fijntandig
metalen zaagblad is hiervoor het meest geschikt.
Zie afbeelding A, pagina 2.
Tip: Om optimaal toegang tot de zaagblad-
spaninrichting (5) te hebben, dient deze zich in de
uiterste positie te bevinden. Indien nodig: de
machine inschakelen, de schakelaar (9) slechts
licht indrukken om de zaagblad-spaninrichting in de
uiterste positie te brengen.
6.3
Aanslag instellen
Door aan de aanslag (4) te schuiven kan de
zaagdiepte worden begrensd (bijv. bij het zagen
voor een wand).
Verschuif de aanslag (4) af en toe om ervoor te
zorgen dat het zaagblad gelijkmatig afslijt.
1 Zeskantsleutel (2) uit het opbergvak (1) nemen.
2 Beide schroeven (3) met de zeskantsleutel
losdraaien.
3 Aanslag (4) in de gewenste positie verschuiven.
4 Beide schroeven (3) met de zeskantsleutel weer
vastdraaien.
5 Zeskantsleutel ter bewaring in het opbergvak
steken.
Controleer of de aanslag goed bevestigd is.
7. Gebruik
7.1
In- en uitschakelen
Inschakelen: Inschakel-blokkeerknop (8)
indrukken en ingedrukt houden, vervolgens op de
schakelaar (9) drukken.
(De inschakel-blokkeerknop (8) kan zowel vanaf de
linker- als van de rechterkant van de machine
worden ingedrukt.)
Uitschakelen: Drukschakelaar (9) loslaten.
7.2
Traploze regeling van het aantal slagen
Door de schakelaar (9) meer of minder in te drukken
kan het aantal slagen traploos worden gewijzigd en
daarmee worden aangepast aan het materiaal en
de werkomstandigheden.
7.3
Werkinstructies
Zagen:
Gebruik een zaagblad dat is afgestemd op het te
zagen materiaal.
Druk de machine met de aanslag (4) tegen het
werkstuk aan. Schakel de machine eerst in en
breng het zaagblad pas daarna in contact met het
werkstuk .
NEDERLANDS nl
17