Deze externe signalen kunnen worden verzonden door het
elektriciteitsbedrijf zelf om te trachten het distributienet altijd in
evenwicht en in balans te houden.
5.5. Actieve uitgangssignalen op de controller
Het hoofdscherm geeft ons onderaan ook de signalen in de actieve uitgangen aan die
verzonden worden door de controller.
Signaal voor REGELING
Er bestaat een actieve uitgang voor de regeling van de snelheid van de
compressor op de pomp.
Signaal voor WIJZIGING VAN REFERENTIEWAARDEN
Er bestaat een uitgang voor wijziging van referentiewaarden op de
warmtepomp.
Signaal van NIET-KRITIEKE BELASTING ACTIEF
Uitgangsrelais naar niet-kritieke belasting ingesteld (tot vier
belastingen).
5.6. Lijst van installateursmenu´s
Volg onderstaande aanwijzingen op om u te verplaatsen door de verschillende
installateursmenu's. In elk menu beschikt u over een aantal schermen voor het wijzigen
van de STATUS en het WERKINGSPROGRAMMA van de controle, het afstellen van
parameters en het weergeven van de gewenste informatie.
Voor toegang tot het installateursmenu moet een code van 4 cijfers worden ingevoerd.
Druk gelijktijdig op de toets
Installatie-handleiding ecoSMART e-system
en de toets
voor het invoeren van de installateurscode.
208