Vouw bladzijde 3 helemaal open, zodat u een over-
NL
zicht hebt van de bedieningselementen en de ver-
B
bindingen.
1 PA-versterker PA-888
100 W max. PA-versterker (Mono) voor werking op
230 V AC en 12 V-batterij, eveneens geschikt voor
mobiel gebruik in een auto of aan boord van een schip.
Zowel 4-16 Ω-luidsprekers (bij voorkeur hoornluid-
sprekers) als 100 V-luidspreker systemen kunnen aan-
gesloten worden.
Volgende toestellen kunnen aangesloten worden in
gelijk welke combinatie:
- 2 microfoons (laagohmig)
- 1 audioapparatuur med lijnuitgang (cassettespeler,
tuner of CD)
- 1 ingebouwd geluidscircuit dat het geluid van een
sirene, een misthoorn of een gong kan produceren.
Een toonregeling en een LED-niveaumeter zijn inge-
bouwd. De 70/100 V-luidsprekerconnectoren zijn niet
geaard, de 12 V DC-aansluiting is door een diode
beveiligd tegen een verkeerde polariteit.
2 Veiligheidsvoorschriften
Dit toestel is in overeenstemming met de EU-richtlijn
89/336/EEG voor elektromagnetische compatibiliteit
en 73/23/EEG voor toestellen op laagspanning.
B
De netspanning (230 V~) waarmee dit toestel
gevoed wordt is levensgevaarlijk! Open het
toestel nooit zelf, want door onzorgvuldige
ingrepen loopt u het risico van een elektrische
schok. Bovendien vervalt elke garantie bij het
eigenhandig openen van het toestel.
Opgelet! Tijdens de werking is een gevaarlijke
spanning
aansluitingen (20).
Alle aansluitingen mogen enkel uitgevoerd
resp. veranderd worden wanneer het toestel
uitgeschakeld is.
Let eveneens op het volgende:
Voorzichtig!
Tijdens het gebruik kan het koellichaam (17), op
de achterzijde van het apparaat, heet worden
(T > 60 °C). Deze delen niet aanraken!
Het toestel is enkel geschikt voor gebruik binnens-
kamers. Vermijd druip- en spatwater, uitzonderlijk
warme plaatsen en plaatsen met een hoge vochtig-
heid
(toegestaan
0 – 40 °C).
Plaats geen bekers met vloeistof zoals drinkglazen
op het toestel.
De warmte die in het toestel ontstaat, moet door
ventilatie afgevoerd worden. Zorg er daarom voor,
dat de ventilatieopeningen aan de zijkanten van de
kast door geen enkel voorwerp afgedekt worden.
Zorg ervoor dat u niets in de ventilatieopeningen
steekt of laat vallen. Er bestaat immers gevaar voor
elektrische schokken.
Schakel het toestel niet in en trek onmiddellijk de
stekker uit het stopcontact wanneer:
12
aanwezig
op
de
luidspreker-
omgevingstemperatuurbereik:
1. het toestel of het netsnoer zichtbaar beschadigd
is,
2. er een defect zou kunnen optreden nadat het toe-
stel bijvoorbeeld gevallen is,
3. het toestel slecht functioneert.
Het apparaat moet in elk geval hersteld worden door
een gekwalificeerd vakman.
Trek de stekker nooit met het snoer uit het stop-
contact.
Een defect netsnoer mag enkel door de fabrikant of
door een gekwalificeerd persoon hersteld worden.
Verwijder het stof met een droge doek. Gebruik
zeker geen chemicaliën of water.
In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik of van
herstelling door een niet-gekwalificeerd persoon ver-
valt de garantie bij eventuele schade.
Wanneer het toestel definitief uit bedrijf genomen
wordt, bezorg het dan voor milieuvriendelijke ver-
werking aan een plaatselijk recyclingbedrijf.
3 Aansluiting
1) De bovenste rij aansluitingen COM (14) en 4 Ω/
8 Ω/16 Ω (15) zijn voorzien voor laagohmige hoorn-
drivers of andere luidsprekers. De COM aansluiting
(14) is verbonden met de aarde.
2) De onderste rij aansluitingen COM (19) en 70 V/
100 V (20) dient voor de aansluiting van PA-syste-
men die een 100 V-transfo ingebouwd hebben
zoals PA-zuilen enz. Deze luidsprekers worden
zwevend (los van de aarding) verbonden.
3) De GND-aansluiting (18) vormt het kontakt met de
kast. Indien het 100 V-circuit moet geaard worden,
dient de COM-aansluiting (19) verbonden te wor-
den met de GND (18).
4) Pas nadat alle andere componenten verbonden
zijn, sluit u de versterker via de netconnector (16)
en met behulp van het meegeleverde netsnoer op
het stroomnet (230 V~/50 Hz) aan.
5) Om de versterker tijdens een uitval van het elektri-
citeitsnet verder te laten werken, kunt u de verster-
ker voor alle veiligheid via de aansluitingen 12 V
(13) aansluiten op een 12-V-accu. De POWER-
toets (12) functioneert op dat ogenblik niet meer,
m.a.w. na aansluiting op de accu werkt de verster-
ker permanent.
4 Werking
1) Plaats de regelaars MIC-1 (1), MIC-2 (2), en AUX
(3) in de nulstand, alvorens het toestel in te schake-
len. Schakel dan eerst de versterker via de
POWER-toets (12) in. De rode LED POWER (11)
licht op ter controle.
2) De MIC-1- en MIC-2-jacks (8 + 9) fungeren als
aansluiting voor laagohmige microfoons, zij kunnen
individueel ingesteld worden met de hiervoor
genoemde regelaars (1+ 2).
3) Met de AUX-regeling (3) wordt de versterking van
het signaal aan de AUX-ingang (10) ingesteld. Hier
kunnen veschillende soorten signaalbronnen aan-