7.2. USB-modus
De USB-aansluiting is alleen bedoeld voor gegevensoverdracht en kan
niet worden gebruikt voor het opladen van externe USB-apparaten.
Steek het USB-geheugen in de USB-aansluiting van het audiosysteem.
Druk op de toets FUNCTION tot op het display ---- verschijnt.
Zodra het audiosysteem het USB-geheugen heeft gelezen, worden het huidige
titelnummer en de tekst USB weergegeven op het display.
De audio wordt automatisch afgespeeld, beginnend met het eerste nummer.
U bedient het afspelen met de desbetreffende toetsen op het audiosysteem.
Neem bij het aansluiten van een USB-geheugen de volgende
aanwijzingen in acht:
•
Vanwege het grote aantal verschillende bestandssystemen
en bestandsindelingen kan de werking van de aangesloten
opslagmedia niet worden gegarandeerd.
•
Afhankelijk van de grootte van de gegevensdrager kan het even
duren voordat het systeem wordt herkend.
•
De bestandssystemen FAT16 en FAT32, en het bestandsformaat
MP3 worden ondersteund.
•
USB-geheugens met een geheugencapaciteit van maximaal 32 GB
worden ondersteund.
•
Externe harde schijven worden niet ondersteund.
7.3. Bluetooth®-modus
In de Bluetooth-modus is draadloze ontvangst van audiosignalen van een extern
Bluetooth-compatibel audio-uitvoerapparaat mogelijk.
Voor een storingsvrije werking mag de afstand tussen beide apparaten niet meer
zijn dan 10 meter.
Er kan altijd maar één Bluetooth-apparaat tegelijk met het audiosysteem
verbonden zijn.
7.3.1. Bluetooth-compatibel audio-uitvoerapparaat koppelen
Ga als volgt te werk om een Bluetooth-compatibel audio-uitvoerapparaat te
koppelen met het audiosysteem:
Schakel de Bluetooth-functie op het audio-uitvoerapparaat in.
Druk op het audiosysteem op de toets FUNCTION tot op het display BT
verschijnt.
162