6.1
Tabel storingzoeken
/i
Storing
De vlam dooft direct
na het aansteken.
Bio Energy series
Oorzaak
1
De kachel heeft geen
spanning.
2
Er is water of bezinksel
in de brandstoftank.
3
De brandstofpomp is
niet ingeschakeld.
4
De brandstof heeft een
te hoge viscositeit
5
De brandstoftoevoerpijp
is verstopt: de brandstof
stroomt terug in de
brandstoftank via de
retourleiding.
6
De pompthermostaat
heeft de volledige tem-
peratuur nog niet
bereikt.
7
De warmeluchtthermos-
taat is defect.
8
De verbrandingslucht-
ventilator werkt niet.
9
Er is onvoldoende toe-
voer van verbran-dings-
lucht.
40.020.944 - rev. 05 - 2015
Oplossing
Controleer de elektrische
aansluiting.
Reinig de tank en het brand-
stoffilter, zie fig. 3(F).
Zet de schakelaar in stand
"1", zie fig. 5(A).
Verwarm de brandstof (maxi-
maal 50 °C) of verdun deze
met biodiesel
Controleer de pompthermos-
taat en vervang deze, indien
nodig.
Controleer de pompmotor.
Controleer de brandstofpomp
op vuil.
Reinig de brandstoftoevoer-
pijp, zie fig. 3(O).
Laat de kachel afkoelen.
Start de kachel opnieuw op.
Laat de kachel langer bran-
den met de schakelaar in de
stand "1", zie fig. 5(A).
Vervang de pompthermos-
taat.
Vervang de warmeluchtther-
mostaat.
Test de motor en vervang
deze, indien nodig.
Reinig de gaten in de ver-
damper, zie fig. 4(D).
Controleer de werking van de
verbrandingsluchtventilator.
Nederlands
Actie
Gebruiker
Gebruiker
Gebruiker
Gebruiker
Dealer
Dealer
Dealer
Gebruiker
Gebruiker
Gebruiker
Dealer
Dealer
Dealer
Gebruiker
Dealer
13