Aansluiting Modbus Rtu; Bediening; Werking - Wilo Control EC-L Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento

Ocultar thumbs Ver también para Control EC-L:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 56
nl
6.5.18

Aansluiting ModBus RTU

7

Bediening

7.1

Werking

7.1.1
Voorrang bij gelijktijdige aanwe-
zigheid van droogloop- en hoog-
watersignalen
7.1.2
Pompwisseling
178
Bediening
▶ Accu geïnstalleerd.
LET OP
Koppel geen externe spanning!
Een aangebrachte externe spanning vernielt het onderdeel.
Voor de aansluiting aan het gebouwbeheersysteem staat het ModBus-protocol ter be-
schikking. Houd rekening met de volgende punten:
▪ Interface: RS485
▪ Instellingen veldbusprotocol: Menu 2.01 tot 2.05.
▪ Schakelkast afsluiten: Jumper "J2" plaatsen.
▪ Als de ModBus een polarisatie nodig heeft, stel dan jumpers "J3" en "J4" in.
Positienummers zie Overzicht van de onderdelen [} 168]
ModBus: RS485-interface
9
ModBus: Jumpers voor afsluiting/polarisatie
11
Ter plaatse gelegde aansluitkabels door de kabelschroefverbindingen voeren en beves-
tigen. Sluit de aders overeenkomstig de aansluitbezetting op de klemmenstrook aan.
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische stroom!
Schakelkast alleen gesloten bedienen. Er bestaat levensgevaar bij een open schakel-
kast! Laat werkzaamheden aan inwendige onderdelen door een elektricien uitvoe-
ren.
In het automatisch bedrijf worden de pompen afhankelijk van de waterstand in- en uit-
geschakeld. Als het eerste inschakelpunt bereikt is, schakelt pomp 1 in. Als het tweede
inschakelpunt bereikt is, schakelt na afloop van de inschakelvertraging pomp 2 in. Tij-
dens bedrijf verschijnt een mededeling op de LC-display en de groene led brandt. Als
het uitschakelpunt bereikt is, schakelen na afloop van de uitschakelvertraging beide
pompen uit. Ter optimalisatie van de pomplooptijden wordt vindt na elke uitschakeling
een pompwisseling plaats.
Bij een storing wordt automatisch naar een werkende pomp omgeschakeld en wordt er
een alarmmelding in de LC-display weergegeven. Via de interne zoemer kan bovendien
een akoestisch alarmsignaal volgen. Verder worden de uitgangen voor de verzamelsto-
rings- (SSM) en enkelstoringsmelding (ESM) geactiveerd.
Als het droogloopniveau bereikt is, worden alle pompen uitgeschakeld (gedwongen uit-
schakeling). Als het hoogwaterniveau bereikt is, worden alle pompen ingeschakeld (ge-
dwongen inschakeling). Er wordt een alarmmelding in de LC-display weergegeven. Via
de interne zoemer kan bovendien een akoestisch alarmsignaal volgen. Verder wordt de
uitgang voor de verzamelstoringsmelding (SSM) geactiveerd.
Door een functiestoring in de installatie kan het voorkomen dat beide signalen gelijktij-
dig aanwezig zijn. In dit geval is de prioriteit afhankelijk van de gekozen bedrijfssituatie
en daarmee van de reactie van de schakelkast:
▪ Bedrijfssituatie "Leegmaken"
1. Droogloopbeveiliging
2. Hoogwater
▪ Bedrijfssituatie "Vullen"
1. Droogloopbeveiliging/watergebrek (via ingang "Extern OFF")
2. Hoogwater
3. Min. waterniveau
Om ongelijkmatige looptijden van de afzonderlijke pompen te voorkomen vindt stan-
daard een pompwisseling plaats. Dit betekent dat alle pompen afwisselend werken.
WILO SE 2018-12
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido