nl
6.4
Installatie
6.4.1
Basisinstructies voor de bevesti-
ging van de schakelkast
6.4.2
Installatie van de schakelkast
6.4.3
Niveauregeling
166
Opstelling
GEVAAR
Explosiegevaar bij installatie van de schakelkast in explosieve zones!
De schakelkast heeft geen eigen Ex-beschermingsklasse en moet altijd buiten ex-
plosieve zones worden geïnstalleerd! De aansluiting moet door een elektricien ge-
beuren.
▪ Niveaugevers en aansluitkabels ter plaatse ter beschikking stellen.
▪ Let er bij het leggen van de kabels op dat de kabel niet wordt beschadigd door trekken,
knikken of knellen.
▪ Controleer de kabeldoorsnede en -lengte voor het gekozen installatietype.
▪ Niet gebruikte kabelschroefverbindingen afsluiten.
▪ Houd rekening met de volgende omgevingsomstandigheden:
– Omgevings-/bedrijfstemperatuur: -30...+50 °C
– Relatieve luchtvochtigheid: 40...50 %
– Max. relatieve luchtvochtigheid: 90 %, niet-condenserend
De installatie kan op verschillende bouwconstructies (betonnen wand, montagerail
enz.) plaatsvinden. Daarom moet het bevestigingsmateriaal voor de betreffende con-
structie passend ter plaatse worden klaargezet en moeten de volgende gegevens in
acht worden genomen:
▪ Houd voldoende afstand tot de rand van de constructie om scheuren in de constructie
en afsplintering van het bouwmateriaal te voorkomen.
▪ De diepte van het boorgat is afhankelijk van de schroeflengte. Boor het boorgat ca.
5 mm dieper dan de schroeflengte.
▪ Boorstof heeft een nadelige invloed op de houdkracht. Boorgat altijd uitblazen of uit-
zuigen.
▪ Beschadig het huis niet tijdens de installatie.
Schakelkast met vier schroeven en pluggen aan de wand bevestigen:
▪ Max. schroefdiameter:
– Control EC-L 1x.../EC-L 2x...: 4 mm
– Control EC-L 3x...: 6 mm
▪ Max. diameter schroefkop:
– Control EC-L 1x.../EC-L 2x...: 7 mm
– Control EC-L 3x...: 11 mm
‡
De schakelkast is spanningsvrij en van het stroomnet gescheiden.
1. Boorsjabloon op de installatieplek uitlijnen en bevestigen.
2. Boor en reinig de bevestigingsgaten volgens de aanwijzingen van het bevesti-
gingsmateriaal.
3. Boorsjabloon verwijderen.
4. Draai de schroeven op de afdekking los en open de afdekking aan de zijkant.
5. Bevestig het onderste gedeelte met het bevestigingsmateriaal aan de wand.
Controleer het onderste gedeelte op vervormingen! Opdat het huisdeksel precies
sluit, moeten vervormde behuizingen opnieuw worden uitgelijnd (bijv. vulplaat-
jes).LET OP! Als de afdekking niet goed sluit, wordt de beschermingsklasse be-
ïnvloed!
6. Afdekking sluiten en met de schroeven bevestigen.
▶ De schakelkast is geïnstalleerd. Nu stroomnet, pompen en signaalgevers aanslui-
ten.
Voor de automatische besturing van de pompen moet een niveauregeling worden geïn-
stalleerd. Hiervoor kunnen de volgende signaalgevers worden aangesloten:
▪ Vlotterschakelaar
▪ Niveaubewaker
▪ Niveausensor
▪ Duikerklok (alleen bij uitvoering "IPS")
De installatie van de signaalgevers gebeurt volgens het montageschema van de instal-
latie. De volgende punten in acht nemen:
WILO SE 2018-12