- NL -
Apparaat met vijverfilter gebruiken
Afbeelding (B)
Pompuitgangº (1) op vijverfilter aansluiten. De tweede ingangº met afdekkap (5) afsluiten (leveringsstaat).
Apparaat met satellietfilter of skimmer en vijverfilter gebruiken
Afbeelding (C)
Skimmer of satellietfilter moet op de tweede ingang (2) worden aangesloten. Verwijder hiervoor de afdekkap (5).
− Clips (6) openen en bovenschelp van de filter wegnemen.
− Op de bevestigingshaken (7) drukken en de afdekkap uit de onderschelp van de filter verwijderen.
− Meegeleverde adapter monteren.
− Bovenschelp van de filter plaatsen en clips (6) sluiten.
− De tweede ingang (2) op satellietfilter of skimmer aansluiten. Pompuitgang (1) op vijverfilter aansluiten.
Ontvanger opstellen
Afb. (D)
Let op! Apparaat nooit constant aan vocht blootstellen.
Mogelijk gevolg: Het apparaat kan beschadigd raken.
Veiligheidsmaatregel: Apparaat tegen vocht beschermd opstellen, beschermkap gebruiken.
− Grondpen (11) volledig in de grond steken.
− Ontvanger (10) op de grondpen plaatsen.
− Stabiliteit controleren.
Ingebruikneming
Let op! De pomp mag niet drooglopen.
Mogelijk gevolg: De pomp raakt defect.
Veiligheidsmaatregel: Controleer regelmatig het waterniveau. Het apparaat moet in principe onder de wa-
terspiegel zijn geplaatst.
Let op! De ingebouwde temperatuursensor schakelt de pomp bij overbelasting automatisch uit. Als de motor
is afgekoeld, wordt de pomp automatisch weer ingeschakeld. Kans op ongevallen!
Zo brengt u de stroomvoorziening tot stand:
Inschakelen: Stekker in het stopcontact steken. Het apparaat schakelt zichzelf direct in als de elektrische aansluiting
tot stand wordt gebracht.
Uitschakelen: Stekker uit het stopcontact trekken.
Aanwijzing:
Een fabrieksnieuwe pomp bereikt pas na enkele gebruiksuren de maximale pompprestatie.
De pomp voert bij het opstarten automatisch een voorgeprogrammeerde, ca. 2 minuten durende zelftest uit (Environ-
mental Function Control (EFC)). Hierbij doorloopt de pomp verschillende toerentallen en herkent hij, of hij droo-
gloopt c.q. geblokkeerd is, of dat hij ondergedompeld is. Bij drooglopen c.q. blokkeren schakelt de pomp automatisch
na ca. 90 seconden uit. De pomp probeert regelmatig zelf op te starten. Bij storingen onderbreekt u eerst de stroom-
toevoer en verwijdert u de belemmering, bijvoorbeeld door de pomp met veel water door te spoelen. Vervolgens kunt u
het apparaat weer in bedrijf nemen.
Handzender (E 13)
Controleer het functioneren van de handzender door op een toets te drukken. Het controlelampje (een led) moet nu
oplichten. Het bereik bedraagt afhankelijk van het terrein maximaal 80 meter. Als het zendvermogen afneemt (na ca. 1
jaar), moet de batterij van het apparaat worden vervangen.
22