7.2.1.3
Model met één stop (zeshoekige kop)
Plaats de pomp verticaal en controleer of de pomp niet om kan vallen. Verwijder de stop. Het oliepeil is juist als het peil zich op
de onderste rand van de vulopening bevindt. Als het oliepeil te laag is neem dan contact op met onze verkoop- en
servicedienst. Voor nadere informatie
7.2.2
Controle van de kabelklem van de voedingskabel(s)
Afhankelijk van het model elektropomp kunnen er één of meer kabelklemmen met een zeshoekige kop of met een klem en
inbusschroeven aanwezig zijn.
7.2.2.1
Model met zeshoekige kop
Draai de kabelklem met een geschikte sleutel 1/6 slag aan (rechtsom).
7.2.2.2
Model met klem en inbusschroeven
Neem contact op met onze verkoop- en servicedienst.
7.2.3
Controle van de draaiing van de waaier
Controleer met een T-sleutel of de waaier vrij kan draaien zonder teveel kracht uit te oefenen en verwijder de aanzuigbocht
indien aanwezig.
Voor nadere informatie
7.2.4
Controle van de elektromotor
Als u twijfels over de toestand van de motor heeft meet dan de isolatieweerstand ten opzichte van de aarde op die meer dan 1
Megaohm (MΩ) moet zijn. Als u denkt dat er water in de motor kan zijn neem dan contact op met onze verkoop- en
servicedienst.
7.2.5
Controle van het vergruissysteem (DLG serie)
Neem contact op met onze verkoop- en servicedienst.
7.2.6
Vervanging van de mechanische asafdichtingen
Neem contact op met onze verkoop- en servicedienst.
7.3
Service
Voor al uw vragen kunt u terecht bij onze verkoop- en servicedienst.
7.4
Reserveonderdelen
Geef bij het aanvragen van technische informatie of bij het bestellen van reserveonderdelen bij onze
LET OP
verkoop- en serviceafdeling altijd het juiste type elektropomp en de code door.
Gebruik om eventuele onderdelen te vervangen alleen originele reserveonderdelen. Het gebruik van
reserveonderdelen die niet geschikt zijn kan een abnormale werking en gevaren voor personen en
voorwerpen tot gevolg hebben.
Raadpleeg de schema's in par. 10.9.
8.
Lokaliseren van storingen
STORING
De elektropomp start niet. De
hoofdschakelaar is ingeschakeld.
De elektropomp start maar de
thermische beveiliging schakelt meteen
in of de smeltveiligheden branden door.
par. 10.7.
par. 10.8.
MOGELIJKE OORZAAK
Geen spanning voorhanden.
Thermisch relais of motorbeveiliging in
de schakelkast ingeschakeld.
Smeltveiligheden van de pomp of de
hulpcircuits doorgebrand.
Verkeerde aansluiting op de
condensatoren (als het een monofase
model is)
Start-/stopsysteem (vlotterschakelaar)
ingeschakeld.
Beveiliging tegen drooglopen
(vlotterschakelaar) ingeschakeld.
Thermische voeler van de motor (indien
aanwezig) ingeschakeld.
Voeler die de aanwezigheid van water in
de oliekamer waarneemt (indien
aanwezig) ingeschakeld.
Elektromotor defect.
Voedingskabel beschadigd.
Elektromotor in kortsluiting.
Thermische beveiliging of
smeltveiligheden niet geschikt voor
stroom van de motor.
Informatie voor de gebruiker en de onderhoudsmonteur
MOGELIJKE OPLOSSINGEN
De spanning weer inschakelen.
De thermische beveiliging resetten.
De smeltveiligheden vervangen.
De elektrische aansluitingen in de
schakelkast controleren.
Het waterniveau in de bak controleren.
Als alles in orde is het systeem en de
betreffende aansluitkabels controleren.
Wachten totdat de motor van de pomp
afgekoeld is.
par. 7.2.4.
Contact opnemen met onze verkoop- en
servicedienst.
Controleren en de onderdelen eventueel
vervangen.
nl
55