nl
1.
Algemeen
Deze handleiding is bedoeld om de informatie te verstrekken die onmisbaar is voor de installatie, het gebruik en het onderhoud
van de pompen/elektropompen. Datgene wat in deze handleiding staat is gebaseerd op het standaard model zoals
gepresenteerd in de verkoopdocumentatie. Eventuele speciale modellen kunnen met aparte instructiebladen geleverd worden.
Voor wat betreft de varianten en de kenmerken van speciale modellen moet de contractuele verkoopdocumentatie
geraadpleegd worden. Bij het aanvragen van technische informatie of bij het bestellen van reserveonderdelen bij onze verkoop-
en serviceafdeling moet altijd het juiste type pomp/elektropomp en de code doorgegeven worden. Ten aanzien van
aanwijzingen, situaties en gebeurtenissen die niet in deze handleiding en niet in de verkoopdocumentatie aan de orde komen
moet contact opgenomen worden met onze dichtstbijzijnde servicedienst.
Deze handleiding moet aandachtig gelezen worden voordat het product geïnstalleerd en in gebruik
genomen wordt.
Door onjuist gebruik kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan met letsel aan personen en schade aan
voorwerpen en dit kan eveneens tot het verlies van het recht op garantie leiden.
2.
Beschrijving van het product
Het assortiment onderwaterpompen van gietijzer omvat het model met een één- of meerkanaals waaier (DLC), met een
éénkanaals "Self-cleaning" waaier (DLS), met een open waaier type Vortex (DLV), met een open waaier en een
vergruissysteem (DLG). De elektropompen zijn uitgerust met een motor met een hoog rendement en isolatie klasse H, dubbele
mechanische asafdichting, in oliebad gedompeld, overgedimensioneerde en gesmeerde lagers, voedingskabel (standaard 10
meter lang) zonder stekker; de monofase modellen zijn niet voorzien van start- en aanloopcondensatoren die in de schakelkast
gemonteerd moeten worden. Sommige modellen zijn uitgerust met een thermische voeler ter bescherming van de motor en
andere modellen met een voeler om de aanwezigheid van water in de oliekamer waar te nemen (
3.
Gebruiksdoeleinden
Deze elektropompen zijn geschikt voor het transport van vervuild water en afvalwater, voor het droogmaken van afgravingen en
drassige grond, voor toepassing in de civiele en industriële branche, op bouwterreinen en in de landbouw.
3.1
Gebruiksbeperkingen
3.1.1
Wijze waarop het typeplaatje van de pomp gelezen moet worden
Aan de hand van de tekeningen die in par. 10.1 opgenomen zijn kunt u de belangrijkste gegevens die op het typeplaatje staan
herkennen.
3.1.2
Verpompte vloeistoffen
De elektropompen zijn geschikt voor het verpompen van de volgende vloeistoffen.
Serie
Vloeistoffen
DLC
schoon water, licht vervuild water zonder agressieve chemische delen en zand
DLG
licht vervuild water, als er vaste delen in de vloeistof fijngemaakt moeten worden
DLS
niet agressief en niet schurend vervuild water en afvalwater, met name met vezelige delen
DLV
vervuild water met zwevende vaste delen en vezelige delen of brij met een hoog percentage van vaste delen
Voor de maximum afmetingen van de vaste delen
LET OP
De dichtheid van de vloeistof mag niet groter zijn dan 1000 kg/m
Gebruik deze elektropomp niet voor het verpompen van ontvlambare en/of explosieve vloeistoffen.
Neem in geval van speciale eisen contact op met onze verkoop- en servicedienst.
3.1.3
Minimum en maximum dompeldiepte
Verzeker u ervan dat de motor geheel of gedeeltelijk bedekt is met de vloeistof (het minimum
LET OP
vloeistofniveau moet de motor voor tweederde bedekken (
De maximum dompeldiepte mag niet meer zijn dan 20 meter.
3.1.4
Vloeistoftemperatuur
De maximum vloeistoftemperatuur mag niet meer zijn dan +40° C.
LET OP
Neem in geval van speciale eisen contact op met onze verkoop- en servicedienst.
3.1.5
Aantal starts per uur
Het maximum aantal werkcycli (start en stop) van de elektropomp is 20 gelijk verdeeld over een uur.
3.1.6
Aanzuiging
Verzeker u ervan of het vloeistofniveau nooit lager is dan de flens van de motor om het binnendringen
LET OP
van lucht te vermijden. De aanwezigheid van lucht kan schade aan de elektropomp veroorzaken en/of
de prestaties ervan in het gedrang brengen.
Gebruik de pomp niet in cavitatie omdat de inwendige onderdelen hierdoor beschadigd kunnen worden.
50
Informatie voor de installateur en de gebruiker
Informatie voor de installateur en de gebruiker
par 10.2.
3
(
par. 3.1.11).
par. 10.3)).
Nederlands
par. 5.1.3).