• Draai de twee deurgrendels (8) los en open de scharnierende kap (5)
(fig. A).
• Draai de verbindingsplaat (26) terug, die de zaagbladgleuf in de tafel
fig. D1) afdekt.
• Verwijder het inzetstuk (4).
• Geleid het zaagblad door de gleuf in de tafel. Zorg ervoor dat de
tanden naar de voorkant van de machine en naar beneden naar het
werkstuk wijzen (fig. E2).
• Plaats het blad voorzichtig in de gleuf van de zaagbladbeschermkap (30)
en verdraai het 90° (fig. E3 & E4).
• Plaats het zaagblad tussen de geleideblokken (19) en (21).
• Geleid het blad over de zaagbladwielen (31) en (32) (fig. E2).
Laat, indien noodzakelijk het bovenste zaagbladwiel zakken, door de
bladspanner (6 in fig. A) linksom te draaien.
• Bevestig het inzetstuk (4) (fig. D5).
• Draai de verbindingsplaat (26) terug op zijn plaats (fig. D1).
• Stel de bladspanning, de geleideblokken en de steunlagers in,
zoals hieronder beschreven.
De spanning van het zaagblad instellen (fig. F1)
De juiste spanning hangt af van de breedte van het gebruikte zaagblad.
Zie de tabel op de machine.
• Stel de spanning van het zaagblad in met behulp van de bladspanner (6)
totdat de aanwijzer de spanning die overeenkomt met de bladbreedte
aangeeft.
De bladpositie instellen (fig. A, F2 & F3)
Het zaagblad moet op de rand van de zaagbladwielen worden gecentreerd.
• Open de scharnierende kap zoals hierboven beschreven.
• Terwijl u met uw ene hand het bovenste zaagbladwiel ronddraait,
draait u het instelmechanisme voor centreren van het blad (7) met de
andere hand (fig. A & F3).
Raak het zaagblad niet aan, maar draai het bovenste
zaagbladwiel met uw vinger tegen een van de spaken.
Instellen van de zaagbladgeleideblokken en achterste steunlagers
(fig. B, G1 - G3)
Tijdens het zagen, wordt het zaagblad blootgesteld aan frontale en
zijdelingse krachten. De achterste steunlagers (17 in fig. G1) zijn 0,5 mm
achter het zaagblad geplaatst om de beweging van voor naar achteren te
controleren. De 45° en 90° geleideblokken zijn 0,1 mm van het zaagblad
gemonteerd om de zijdelingse zaagbladstand te controleren.
• Verwijder het inzetstuk en kantel de tafel naar 45°.
• Draai de stifttappen (18) los en plaats de achterste steunlagers (17)
weg van het zaagblad (fig. G1).
• Stel de kartelknop (33) in om de zaagbladgeleideblokken net achter de
zaagbladtanden te plaatsen (fig. G1).
• Plaats de achterste steunlagers (17) 0,1 mm achter het zaagblad en
draai de stifttappen (18) vast (fig. G1).
• Draai de stifttappen (20) en (22) los en steek de
zaagbladgeleideblokken (19) en (21) in de houders (fig. G1).
• Zet de geleideblokken op een afstand van 0,5 mm van het zaagblad.
• Draai de stifttappen (20) en (22) vast (fig. G1).
Veranderen van de snelheid
DW738 (fig. H1 - H3)
Uw DW738 lintzaag heeft twee snelheden. De lage snelheid wordt
verkregen met de aandrijfriem op de kleine aandrijfriemschijf (34) (fig. H2).
De hoge snelheid wordt verkregen met de aandrijfriem op de grote
aandrijfriemschijf (35) (fig. H2). Zie de technische gegevens voor de
snelheden.
• Draai de motorpositioneerbout (13) los en verplaats de motor om de
aandrijfriem te ontspannen (fig. H1).
34
• Schuif de aandrijfriem van de wielriemschijf en vervolgens van de
drijfriemschijf (34) of (35) (fig. H3).
• Plaats de aandrijfriem terug op de wielriemschijf en de gewenste
drijfriemschijf (34) of (35).
• Plaats de motor terug om de juiste drijfriemspanning te verkrijgen en
draai de motorpositioneerbout (13) vast (fig. H1).
DW739 (fig. A & J)
De snelheid van uw DW739 lintzaag is over een wijd bereik traploos
instelbaar (zie de technische gegevens).
• Verdraai het instelmechanisme voor instellen zaagbladsnelheid (14) om
de gewenste snelheid te verkrijgen, terwijl de motor draait (fig. A2).
Forceer het snelheidsinstelmechanisme niet boven zijn bereik.
Monteren en instellen van de langsgeleider (fig. A, K1 - K5)
• Monteer een klemstuk (36 in fig. K1) aan elke kant van de aanslag
(10 in fig. A) met behulp van de M6 x 65 bouten (37 in fig. K1) zoals
aangegeven (fig. K1 & K2).
• Plaats een D6 onderlegring op iedere bout en schroef de plastic
knoppen (38) op de bouten (fig. K3).
• Schuif de aanslag op de tafel zoals aangegeven (fig. K4). Zorg dat de
V-vormige haak (39) in de gleuf in de tafel grijpt (fig. K5).
• Om de aanslag te plaatsen, draait u de knoppen (38) los en schuift u
de aanslag in de gewenste positie met behulp van de schaalverdeling
op de tafel (fig. K3).
• Zet de aanslag in de juiste stand vast door eerst de voorste knop en
vervolgens de achterste knop vast te zetten. Op deze manier bent u
ervan verzekerd dat de aanslag parallel is met het zaagblad.
Aanwijzingen voor gebruik
• Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht en houdt u aan de
geldende voorschriften.
• Forceer de zaagbeweging niet. Laat de motor eerst de volle
snelheid bereiken alvorens met zagen te beginnen.
• Kies een geschikt zaagblad.
• Gebruik de machine nooit zonder beschermkappen.
• Span het zaagblad niet te strak.
AAN- en UITschakelen (fig. E1)
Uit veiligheidsoverwegingen functioneert de AAN/UIT-schakelaar (1) alleen
als de veiligheidssleutel (2) is geplaatst. De schakelaar heeft ook een
nulspanningsuitfunctie: als om wat voor reden dan ook de stroomtoevoer
wordt onderbroken, moet de schakelaar opnieuw handmatig worden
geactiveerd. Om te bedienen:
• I = AAN
De machine werkt nu in continu-bedrijf.
• 0 = UIT
Basis zaagsneden
Plaats altijd de zaagbladbeschermkap ongeveer 10 mm boven het
oppervlak van het werkstuk.
Schulpzagen (fig. L)
• Plaats de langsgeleider zoals hierboven beschreven.
• Stel de langsgeleider in voor de gewenste zaagsnede breedte met
behulp van de schaalverdeling.
• Voer het werkstuk langzaam door het blad, houd het stevig op de tafel
geklemd en tegen de aanslag. Laat de zaagtanden het werk doen,
duw het werkstuk niet met teveel kracht tegen het blad. Houd de
zaagbladsnelheid constant.
N E D E R L A N D S
nl - 4